ING Bank zet in september 2019 een streep door de doorlopend kredietfaciliteit van een echtpaar, zonder daarbij de opzegtermijn van twee maanden in acht te nemen. De bank moet nu van Kifid om een andere reden het doorlopend krediet herstellen of een nieuw doorlopend krediet verstrekken.
De man en vrouw sluiten in 2006 bij een rechtsvoorganger van ING een Variabel Voordeelkrediet af. In september 2017 kondigt de bank aan dat dit krediet zal worden beëindigd, tenzij zij geld uit het krediet opnemen. Dan zal het Variabel Voordeelkrediet worden omgezet in een Doorlopend Krediet. Het echtpaar neemt geld op uit het krediet en voorkomt zo dat het krediet wordt beëindigd. Maar dan ontvangen zij in september 2019 van ING het bericht dat hun doorlopend krediet is afgelost en beëindigd.
Het echtpaar beklaagt zich tevergeefs bij de bank. ING stelt dat haar systemen het onmogelijk maken om het doorlopend krediet te herstellen. Voor een nieuw doorlopend krediet is het echtpaar op het nieuwe aanvraagmoment te oud. ING biedt het echtpaar wel een persoonlijke lening aan. Dat accepteert het echtpaar niet en ze besluiten de zaak bij het klachteninstituut voor te leggen. Tijdens de behandeling laat ING weten dat het destijds per abuis de beëindigingsbrief, waarin de opzegtermijn is vermeld, niet heeft verzonden.
Actie ontnomen
De bank mag een doorlopend krediet beëindigen, zo staat in de voorwaarden. Bijvoorbeeld als consumenten dit krediet volledig hebben afgelost en dit langer dan anderhalf jaar niet hebben gebruikt. Hiervoor geldt dan wel een opzegtermijn van twee maanden. Voor de Geschillencommissie van Kifid staat echter niet ter discussie dat de bank de opzegtermijn van twee maanden niet in acht heeft genomen, maar het feit dat het echtpaar niet de mogelijkheid heeft gehad om het krediet ongewijzigd voort te zetten. “De bank heeft in strijd met de voorwaarden gehandeld. Wanneer het echtpaar tijdig was geïnformeerd over een beëindiging van het krediet, dan is het aannemelijk dat zij geld uit het krediet zouden hebben opgenomen om het ongewijzigd voort te kunnen zetten. Immers, in 2017 hebben zij dat ook gedaan en die mogelijkheid biedt de bank nog steeds.”
Eindoordeel
De Geschillencommissie concludeert eveneens dat ING niet aannemelijk heeft gemaakt dat herstel van het doorlopend krediet niet mogelijk zou zijn. “De bank biedt het product nog steeds aan. Klanten met een doorlopend krediet en die hierop een debetstand hebben, kunnen het product ongewijzigd afnemen. De Geschillencommissie oordeelt dan ook dat de bank het doorlopend krediet voor het echtpaar moet herstellen of aan hen een nieuw doorlopend krediet moet verstrekken. Een persoonlijke lening is voor deze consumenten geen gelijkwaardig alternatief.”
Commissie van Beroep
Uitspraak GC 2020-369 is bindend, maar omdat deze uitspraak voor de bank mogelijk verstrekkende gevolgen heeft, stelt de Geschillencommissie beroep open bij de Commissie van Beroep.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
