Adviseur schiet deels tekort in zorgplicht bij beleggingsverzekering

0

Een Rotterdamse vestiging van De Hypothekers Associatie is deels tekort geschoten in de zorgplicht bij het geven van advies bij het afsluiten van een beleggingsverzekering. In een bindend advies stelt de Geschillencommissie van het Kifid de klagende consumenten gedeeltelijk in het gelijk.

Dat blijkt uit het bindende advies van de Geschillencommissie. De consument en zijn echtgenote hadden sinds 1999 een beleggingsverzekering met de naam Meegroeiverzekering bij ABN Amro Levensverzekeringen, ter aflossing van een Meegroeihypotheek (looptijd dertig jaar). Na een adviesgesprek in 2006 in verband met de financiering van een nieuwe woning sloten de consumenten bij (een rechtsvoorganger van) Nationale Nederlanden Levensverzekeringen een Combiplusverzekering af in combinatie met de Combiplushypotheek. De Meegroeihypotheek en Meegroeiverzekering werden afgelost.

In 2020 dient de consument een klacht in bij de adviseur, waar de adviseur niet op reageert. In 2022 wordt een klacht ingediend bij het Kifid. Feitelijk zijn er drie klachtdelen, maar slechts één klachtdeel wordt toegewezen door de Geschillencommissie: de adviseur heeft de mogelijkheid om de Meegroeiverzekeringen mee te nemen naar een andere geldverstrekker niet onderzocht, terwijl dat wel mogelijk was.

De kosten in de Combiplusverzekering zijn veel hoger dan in de Meegroeiverzekeringen die ten tijde van de advisering al liepen. Bovendien worden door het afsluiten van de verzekering opnieuw eerste kosten in rekening gebracht. Daarnaast kenden de Meegroeiverzekeringen een lagere premie. De adviseur had de Meegroeiverzekeringen daarom moeten voortzetten in de nieuwe hypotheekconstructie, aldus de consument.

De Geschillencommissie ziet hierin een gebrek in de zorgplicht: “Uitgaande van de bestaande situatie met de Meegroeiverzekeringen had de adviseur in 2006 redelijkerwijs de mogelijkheid moeten onderzoeken om de bestaande Meegroeiverzekeringen te betrekken bij de gewenste financiering. Dat dit is gebeurd blijkt niet uit de overgelegde stukken, ook de adviseur kan daar geen uitsluitsel over geven. Naar het oordeel van de commissie is daarmee voldoende aannemelijk dat, zoals de consument stelt, de met de nieuwe verzekering verband houdende eerste kosten bij een volledig en juist advies deels uitgespaard hadden kunnen worden.”

De adviseur moet 1.700 euro betalen aan de consument, plus de kosten voor de rechtsbijstand.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.