Kifid: ‘Banken mogen persoonsgegevens niet standaard acht jaar registreren’

0

Banken mogen persoonsgegevens van frauderende consumenten registreren in waarschuwingsregisters. Vaak wordt dan een standaard registratietermijn van acht jaar aangehouden. Deze acht jaar is echter geen automatisme, zo oordeelt de Commissie van Beroep van Kifid vandaag.

In 2021 sluit een consument samen met een vriend een hypotheek af bij ABN Amro voor de aankoop van een woning. In dezelfde periode hebben zij ook een andere woning gekocht met een hypotheek bij een andere geldverstrekker. Daarnaast heeft de consument nog een consumptief krediet.

De consument verzuimd echter om deze andere financiële verplichtingen te melden bij ABN Amro. Daarnaast blijkt dat de consument verschillende, van elkaar afwijkende werkgeversverklaringen had verstrekt.

Nadat deze feiten boven water komen registreert ABN Amro de persoonsgegevens van de consument voor acht jaar in interne en externe verwijzingsregisters, de zogenoemde waarschuwingsregisters. De consument vindt de registratie onterecht en niet proportioneel en heeft zich hierover beklaagd bij Kifid.

De Geschillencommissie oordeelt in 2023 dat de registratie op zichzelf terecht is. De duur van de registratie vindt Kifid echter te lang en verkort deze naar vijf jaar. In het hoger beroep dat ABN Amro aanspant tegen deze uitspraak handhaaft Kifid deze uitspraak.

Standaardtermijn in strijd met privacywet

ABN Amro stelt dat de registratieduur standaard acht jaar is en dat deze alleen in bijzondere gevallen verkort kan worden. De bank verwijst naar de afspraken in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI 2021) en een besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens. Hierin staat het uitgangspunt van acht jaar beschreven.

Dezelfde bronnen benadrukken echter ook dat een dubbele proportionaliteitstoets nodig is voorafgaand aan de uiteindelijke registratie. De bank moet voor zowel ‘de registratie van persoonsgegevens’ als voor ‘de duur van de registratie’ nagaan of het belang van opname in een verwijzingsregister zwaarder weegt dan de mogelijk nadelige gevolgen voor de betrokken consument.

Het gebruiken van een standaardtermijn is bovendien in strijd met de privacywet, zo oordeelt de Commissie van Beroep. De bank moet bij elke voorgenomen registratie een op de individuele zaak toegesneden belangenafweging maken en zo komen tot een zo beperkt mogelijke duur van de registratie, zo is te lezen in de uitspraak.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.