In situaties waarin premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid al is ingegaan, wordt – in bepaalde situaties – overgangsrecht voorgesteld voor premievrije voortzetting van de pensioenopbouw van pensioenregelingen uitgevoerd door een verzekeraar. Dat schrijft Bettie Hoogsteen (foto), senior adviseur Public Affairs en Beleid van Adfiz, op de website van de branchevereniging.
De premievrije pensioenopbouw mag vanaf 1 januari 2023 in de enkele situaties worden voortgezet:
- Als de eerste ziektedag en het doorlopen van de wachttijd (doorgaans 104 weken) onder het oude pensioenstelsel heeft plaatsgevonden en de premievrije voortzetting is ingegaan voor het tijdstip dat de verzekeraar overgaat op uitvoering van een gewijzigde pensioenovereenkomst (met een leeftijdsonafhankelijke premie).
- Als de deelnemer ziek uit dienst treedt onder het oude pensioenstelsel en de wachttijd plaatsvindt na de uitdiensttreding. In deze situatie geldt het overgangsrecht op voorwaarde dat het recht op premievrije voorzetting uiterlijk op 31 december 2028 is ontstaan.
- Als de opbouw van de pensioenaanspraken wordt uitgevoerd door een premie-pensioeninstelling, waarbij de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid is verzekerd bij een verzekeraar (hiervan kan sprake zijn aangezien premiepensioeninstellingen geen biometrische risico’s mogen verzekeren).
Wetsvoorstel toekomst pensioenen
Het overgangsrecht voor premievrije voortzetting is geregeld in een tweede Nota van wijziging op het Wetsvoorstel toekomst pensioenen. Op 12 september a.s. is er een wetgevingsoverleg gepland over het Wetsvoorstel toekomst pensioenen.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.