Dekkingsgraad pensioenfondsen blijft stijgen

0

De dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in mei verder gestegen. De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad is gestegen naar 124%. De indicatieve beleidsdekkingsgraad gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden steeg naar 114%.

Deze cijfers blijken uit de Pensioenthermometer van Aon. Frank Driessen (foto), CEO Aon Wealth: “Zo komen indexaties in beeld. Met deze hogere dekkingsgraden lijkt de urgentie voor een ander pensioenstelsel ineens veel minder groot.”

Indexatie

Nu ook deze maand de dekkingsgraad verder stijgt ondanks het verdampende vermogen, lonkt indexatie. Driessen: “Een indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van 124% is ongekend hoog. Met de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) om dit jaar nog te kunnen indexeren, komt er ruimte voor fondsen om dit eerder te doen. Wij zien dat dit onderwerp nu op de bestuurstafels ligt. Na vele jaren somberheid in pensioenland en de huidige hoge inflatie, is het aanlokkelijk om nu eens een positieve boodschap te kunnen brengen. Toch adviseren wij fondsen om hier zorgvuldig naar te kijken. Eén van de vereisten om de AMvB toe te kunnen passen, is dat er een intentie is om in te varen. Hierover moet afstemming gezocht worden met de sociale partners; het is immers op hun verzoek dat er uiteindelijk ingevaren wordt. Dit brengt discussies over het nieuwe stelsel wel in een stroomversnelling. Er moet immers al een beeld zijn of er ingevaren gaat worden.”

Bruto- versus nettoprofijt

Inmiddels wordt er in Den Haag volop gewerkt aan de behandeling van de Wet Toekomst Pensioen. Driessen: “Zo was er op initiatief van Kamerlid Omtzigt een extra rondetafelsessie op 31 mei waarbij Kamerleden zich konden laten informeren door experts. Een van de onderwerpen was de berekeningen voor het pensioenakkoord. Nu is het zo dat voor werkgevers die momenteel een beschikbare premieregeling hebben voor de compensatie uitgegaan moet worden van brutoprofijt, terwijl voor pensioenfondsen het zogenoemde nettoprofijt van toepassing wordt. In een brutoprofijtberekening wordt geen rekening gehouden met rendementen, er wordt sec gekeken naar de contante waarde van het premieverschil. Wij vinden dat geen faire vergelijking, omdat het uiteindelijk gaat om de pensioenuitkomst voor de deelnemer. De deelnemer zou er in pensioenuitkomst niet op achteruit mogen gaan. Nettoprofijt is daarom volgens ons beter. Daarnaast blijkt dat brutoprofijt een dure methode is. Doordat er geen rendement wordt ingerekend, wordt er sec naar premieverschillen gekeken. Dit leidt tot hogere compensatielasten. Een alternatief is om te kijken naar de pensioenuitkomst en van daaruit de compensatie te bepalen. Het zou goed zijn als dit alternatief ook als mogelijke methode toegestaan wordt voor werkgevers met een beschikbare premieregeling.”

Nieuw pensioenstelsel?

Met deze klinkende dekkingsgraden ontstaat onmiddellijk de vraag of het nog wel nodig is om naar een nieuw pensioenstelsel te gaan. Daarnaast is het een hele uitdaging om het complexe, vele pagina’s tellende wetsvoorstel te behandelen en tijdig in te dienen, zodat de wet 1 januari 2023 van kracht kan worden. Driessen: “Wij denken dat het verstandig is om wel over te gaan naar het nieuwe stelsel en de vaart erin te houden. De overgang is nodig om een houdbaar stelsel te verkrijgen, waarbij de premie het uitgangspunt is. De pensioenuitkomst is geen gegeven, maar het uiteindelijke resultaat is de uitkomst van de premie-inleg en rendementen.”

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.