
Het Openbaar Ministerie (OM) Rotterdam werd gisteren door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard in twee strafrechtszaken over verzekeringsfraude. De reden: de opsporing en dossiervorming zijn (gedeeltelijk) door verzekeraars gedaan.
Het ging om twee zaken met in totaal drie verdachten. In één van de zaken worden betrokkenen verdacht van het in scène zetten van een auto-ongeluk, de zogenoemde ‘opzet-botsing’ om zo duizenden euro’s bij hun verzekering te kunnen claimen.
Proeftuin
De zaken zijn onderdeel van een zogenoemde ‘proeftuin’: een samenwerkingsverband tussen het OM, de politie en het Verbond van Verzekeraars om verzekeringsfraude vaker te vervolgen. Verzekeraars leveren daarin zonder (of met minimale) tussenkomst van de politie een fraudedossier aan het OM.
“Recherchecapaciteit voor fraudezaken is schaars. Dit brengt onvermijdelijk mee dat een deel van de aangiftes van fraude niet in onderzoek genomen kan worden. Dit terwijl de verzekeringsbranche zelf de expertise en capaciteit heeft om goed onderzoek te doen naar de gepleegde fraude”, aldus het OM over de ontstaansgeschiedenis van het experiment. “Als van die capaciteit en expertise maximaal gebruik wordt gemaakt, kan de politie-inzet worden beperkt.”
Juridisch oordeel
Het doel van beide rechtszaken was om een juridisch oordeel te krijgen van de rechtbank over de privaat-publieke samenwerking tussen verzekeraar en OM. En meer specifiek: of de dossiervorming door private partijen voldoende en adequaat is om verdachten strafrechtelijk te kunnen vervolgen.
De rechtbank heeft nu dus mondeling geoordeeld dat het OM niet-ontvankelijk is, omdat er geen opsporingsonderzoek zou hebben plaatsgevonden in de zin van de wet. Het OM gaat zich beraden op de volgende stap, nadat het schriftelijke vonnis van de rechtbank er is.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.