VFBO: Streep door fictieve vermogensmix box 3

0

De fictieve vermogensmix die in box 3 wordt gehanteerd als basis voor de vermogensrendementsheffing moet zo snel mogelijk worden geschrapt. Dat pleidooi doet het Verbond van Financiële Beroepsorganisaties (VFBO) naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad vlak voor de kerst.

De belastingheffing in box 3 is gebaseerd op fictieve rendementen op het vermogen van een belastingplichtige. Sinds 2017 wordt het vermogen ook fictief verdeeld in een deel sparen en een deel beleggen. Hoe de verdeling in werkelijkheid is, speelt geen rol. Dit leidt volgens het VFBO tot onevenredig hoge belastingen voor mensen die hun vermogen liquide aanhouden of defensief beleggen.

Discriminerende werking

Het VFBO berekende eerder dat iemand met een miljoen euro op een spaarrekening een belastingdruk van bijna 250% voor de kiezen krijgt. “Die maakt met 0,5% rente een jaarrendement van 5.000 euro maar wordt voor 12.460 euro belast in box 3”, zo stelt Conny Weber, voorzitter van de Commissie PA & Lobby van het VFBO. Volgens haar is in box 3 een belastingdruk van 95% of meer geen uitzondering. “Dat is onwaarschijnlijk hoog. Terwijl mensen goede redenen hebben om hun vermogen liquide aan te houden of defensief te beleggen. Bijvoorbeeld omdat het hun pensioenvermogen is. Deze belasting werkt discriminerend.”

Duidelijke uitspraak Hoge Raad

Die stelling is op 24 december 2021 bevestigd door de Hoge Raad. De belastingheffing in box 3 is volgens het hoogste rechtscollege in strijd met regels over bescherming van eigendom in het Europees Verdrag Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad geeft aan dat de belasting moet worden berekend over het daadwerkelijk genoten inkomen uit vermogen in box 3. Door de lage rente is het forfait nu niet afgestemd op het rendement dat belastingplichtigen in de praktijk kunnen behalen, zonder dat zij daarvoor veel risico moeten nemen.

Onduidelijkheid wegnemen

Het VFBO stelt vast dat de uitspraak van de Hoge Raad bij financieel adviseurs en hun klanten zorgt voor veel vraagtekens en onzekerheid. Het VFBO vindt duidelijkheid vanuit de politiek op korte termijn dringend gewenst. “De gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad zijn voor verschillende groepen belastingplichtigen nog onduidelijk. Voor de circa 60.000 belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing over hun box 3-vermogen in 2017 is te verwachten dat hun heffing zal worden aangepast. Maar wat betekent de uitspraak voor mensen die geen bezwaar hebben gemaakt? En wat is de betekenis voor de heffing in de latere jaren?”

In het coalitieakkoord is aangegeven dat het huidige stelsel, met daarin de onredelijke forfaitaire heffing, pas in 2025 wordt aangepast. Het VFBO acht dat te laat en is van mening dat er sprake is van een zeer zorgelijke ontwikkeling. “Mensen kunnen geen verantwoorde beslissingen over hun vermogen nemen als de fiscale behandeling daarvan onduidelijk is; financieel adviseurs kunnen er evenmin verantwoord advies over geven. Voor de korte termijn is een oplossing voorhanden. Het VFBO pleit voor het loslaten van de fictieve vermogensmix en het laten aansluiten van de belasting op de werkelijke verdeling van het vermogen.”

Niet aanpassen maar afscheid nemen

Op termijn zou dan de hele forfaitaire heffing van tafel moeten. De vermogenscategorieën sparen en beleggen kunnen wat het VFBO betreft worden belast op basis van het werkelijk gerealiseerde rendement in plaats van het huidige fictieve rendement. Belastingheffing op basis van werkelijk rendement voor onroerend goed en overige bezittingen wordt volgens de brancheorganisatie te complex.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.