Koper in 2021 gemiddeld 25.000 euro meer kwijt

0

Omdat de huizenprijzen inmiddels zo hoog zijn dat een koopwoning voor steeds minder mensen bereikbaar is geworden, verwachten de economen van Rabobank dat de stijging van de huizenprijzen in de komende jaren zal afvlakken. Ondanks deze afvlakking, zal het woningtekort wel verder oplopen.

In het Kwartaalbericht Woningmarkt schrijven de economen dat de afvlakking niet heel snel zal gaan, omdat er volgens hen nog altijd factoren zijn die voor opwaartse prijsdruk zorgen. Rabobankeconoom Lisanne Spiegelaar: “Denk daarbij aan het stijgende gebrek aan huizen, de problemen in de bouw en de lage hypotheekrentes. In 2020 zullen huizen in Nederland gemiddeld 5,5% duurder worden. Voor 2021 is dat 2,5%. Dit betekent dat voor een gemiddeld koophuis in 2021 grofweg 25.000 euro meer moet worden betaald dan in 2019.”

Hogere leencapaciteit

Ook voor 2021 verwachten de Rabo-economen dat de inkomensgroei bijdraagt aan een hogere leencapaciteit van de meeste huishoudens. Deze verwachting kan wel worden doorkruist als de Nederlandse economie sneller afzwakt dan nu voorzien. Verder verwachten ze dat de werkloosheid de komende jaren licht oploopt. Dit tast niet alleen het inkomen van huishoudens aan, en dus hun leencapaciteit, maar kan ook hun koopbereidheid danig verminderen.

Beleggers afschrikken

Potentiële beleidswijzigingen op de woningmarkt kunnen een afvlakkend effect op de prijzen hebben, legt Spiegelaar uit. “Op dit moment wordt er vooral op lokaal niveau gediscussieerd over manieren om hoge prijs- en huurstijgingen in te dammen. Deze maatregelen variëren van een mogelijke zelfbewoningsplicht voor nieuwbouwhuizen tot een ‘noodknop’ voor het middeldure huursegment om huurprijsstijgingen tegen te gaan. Op landelijk niveau wordt gesproken over een hogere overdrachtsbelasting voor buy-to-let-beleggers.”

De nieuwe vermogensrendementsheffing zal ook een stempel drukken op woningmarkt. Per 2022 wordt spaargeld minder zwaar belast, maar omdat het kabinet deze maatregel budgetneutraal wil uitvoeren, worden beleggers juist zwaarder aangeslagen. Spiegelaar: “Zij worden in het nieuwe stelsel bijvoorbeeld tegen een hoger fictief rendement belast. Bovendien gaan beleggers die investeren met geleend geld in de meeste gevallen fors meer betalen. Samen met andere beleidsopties die worden besproken, kan dit leiden tot onzekerheid onder beleggers over het toekomstige verhuurrendement. Dit kan niet alleen tot vraaguitval onder buy-to-let-beleggers leiden, maar zou er in sommige gevallen ook voor kunnen zorgen dat zij hun huizen of een deel ervan te koop zetten. Vooral in de markten waarop relatief veel buy-to-let-beleggers actief zijn, meestal steden met een hogeschool of universiteit, kan dit de huizenprijsstijgingen dempen. Maar het kan ook leiden tot hogere huren in het vrije segment.”

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.