De AFM neemt niet alle opmerkingen van Adfiz en het Verbond van Verzekeraars over, die zij gaven op de consultatie van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Nrgfo). Drie onderdelen van de Nrgfo worden met ingang van 1 juli 2016 aangepast.
De eerste heeft betrekking op de publicatie van waarschuwingen op digitale media. De huidige voorschriften voor de verplichte waarschuwingen – zoals bijvoorbeeld de vrijstellingsvermelding en kredietwaarschuwing – sluiten volgens de AFM onvoldoende aan bij digitale mediakanalen.
Per 1 juli worden de voorschriften zodanig aangepast dat deze gepubliceerd kunnen worden op de digitale media, en de ontvanger toch voldoende attent wordt gemaakt op de risico’s van het financiële product.
Opmerking Adfiz niet meegenomen
Daarmee legt de toezichthouder een opmerking van Afdfiz naast zich neer. Die stelde dat als aantoonbaar niet aan de vormvoorschriften kan worden voldaan, omdat het medium geen ruimte laat om de informatie op te nemen, de vraag rijst of deze ‘nieuwe’ digitale mediakanalen wel geëigend zijn om precontractuele informatie in op te nemen. De AFM zegt in een toelichting op de afwijzing, dat zij de zorg van Adfiz onderschrijft, maar tevens van oordeel is dat de Nrgfo niet dusdanig ver mag gaan dat reclame-uitingen via bepaalde media praktisch onmogelijk worden gemaakt.
Schrappen risicoscore
De reden voor deze tweede wijziging is dat de risicoscore in de risico-indicator voor een bepaalde groep beleggingsinstellingen, volgens de AFM een verkeerd en mogelijk zelfs misleidend beeld geeft van het risico. De risico-indicator moet door beleggingsinstellingen worden opgenomen in reclame-uitingen. Door het schrappen van de risicoscore wordt er volgens de toezichthouder ook geen onjuist beeld van het risico geschetst.
Activeren beleggingsverzekering
De regels over het activeren van klanten met beleggingsverzekeringen wijzigen ook per 1 juli 2016. Levensverzekeraars moeten voor 31 december 2017 hun klanten met een beleggingsverzekering activeren of voorzien van informatie. Het gaat dan om beleggingsverzekeringen die niet zijn afgesloten om af te lossen op de hypotheek of ter aanvulling van pensioen.
Het Verbond van Verzekeraars had graag gezien dat alleen cliënten met een beleggingsverzekering met een resterende looptijd langer dan bijvoorbeeld vijf jaar na inwerkingtreding van de gewijzigde Nadere regeling, geactiveerd hadden moeten worden. Dit omdat de resterende looptijd van de beleggingsverzekering volgens het Verbond in grote mate bepaalt of het nuttig is voor de cliënt om een wijziging in zijn verzekering door te voeren.
Geen uitzonderingen op looptijden
De AFM is het met het Verbond eens dat een cliënt met een beleggingsverzekering met een langere resterende looptijd doorgaans meer mogelijkheden heeft om de beleggingsverzekering dusdanig te wijzigen dat daarmee het gat tussen het doelkapitaal en het verwachte eindkapitaal wordt verkleind. De grens tussen een ‘korte’ en een ‘lange’ resterende looptijd verschilt volgens de AFM echter per cliënt en per product. Tegelijkertijd stelt de toezichthouder dat ook de cliënt met een kortere resterende looptijd een weloverwogen keuze dient te maken over de beleggingsverzekering, ook al zijn er misschien minder mogelijkheden. “Juist voor deze cliënten is het belangrijk om zo snel als mogelijk een keuze te maken om nog zoveel mogelijk profijt te kunnen hebben van een eventuele wijziging”, aldus de AFM, die dit voorstel van het Verbond dan ook niet overneemt.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
