Een woning met groen energielabel is voor velen meer geld waard dan een woning zonder, voor sommigen zelfs meer dan 10%, zo blijkt uit het ING Woonbericht.
Bij een zoektocht naar een huis zouden de meeste mensen het liefst niet meer kijken naar woningen met een lager label dan C, bijna een derde kijkt zelfs niet lager dan A. Velen hebben de overtuiging dat verduurzaming leidt tot een waardestijging van het huis en zijn daarom al bezig om het energielabel te verbeteren. Ook besparing op de energiekosten is een belangrijke motivatie voor het verbeteren van het energielabel. De terugverdientijd van de investering mag niet al te lang zijn: liefst drie, hooguit zes jaar. De Woonindex stijgt ondertussen gestaag door, van 85 naar 90. Het vertrouwen op de woningmarkt komt daarmee bijna weer op het niveau van het voorjaar van 2022. Vooral de verwachting dat de huizenprijzen weer zullen stijgen geeft een impuls.
Verduurzaming
Het energielabel speelt voor veel respondenten van het ING Woonbericht een rol bij de verduurzaming van het huis en in de zoektocht naar een huis. Een ruime meerderheid (86%) vindt dat een woning minimaal zou moeten voldoen aan label C, drie op de tien personen (30%) zou zelfs niet kijken naar woningen lager dan A. Voor een ‘groen’ label (A t/m C) willen mensen extra betalen, de meerderheid tussen 2,5 en7,5% meer. Ook is er kennis over verduurzaming in huis; ongeveer de helft (54%) weet al welke acties zij moeten ondernemen voor het verbeteren van het energielabel van hun woning.
Veel bewustzijn
“We zien in dit onderzoek dat er al veel bewustzijn is voor het energielabel. Dat is een goede ontwikkeling, want dit gaat een steeds belangrijker factor worden in de verduurzaming van de Nederlandse huizenmarkt. Er komen nieuwe Nibud-regels aan waarin het label een centrale rol speelt en ook vanuit Europa komen er mogelijk regels, maar dat is nog niet uitgekristalliseerd”, zegt Wim Flikweert, Manager Wonen bij ING.
Terugverdientijd
Een ruime meerderheid van de respondenten (84%) is van plan om aanpassingen te doen om het energielabel te verbeteren, ruim een derde (35%) is hier al mee bezig. Het mag niet al te lang duren voordat de investering is terugverdiend. Voor iets minder dan de helft van de respondenten (45%) is dat maximaal drie jaar, voor 42% is het vier tot zes jaar. Slechts 13% van de ondervraagden is bereid langer te wachten totdat de investering is terugverdiend. Flikweert: “Het is de vraag of iedereen een reëel beeld heeft van de terugverdientijd van verduurzamingsmaatregelen. Terugverdienen kan langer duren dan verwacht, bijvoorbeeld als de regelgeving of voorwaarden veranderen. Zo is er nu een discussie over mogelijke terugleverkosten voor bezitters van zonnepanelen, wat de terugverdientijd kan verlengen. Dit hoeft overigens niet erg te zijn. Je voegt met verduurzaming namelijk ook waarde toe aan je huis en dat wordt niet meegenomen in de berekening van de terugverdientijd. De beloning ligt dan wel wat verder weg, want in je maandelijkse budget merk je niet veel van een waardestijging op je woning. Maar hij wordt wel aantrekkelijker te verkopen. Er is ook behoefte aan het gemak. Ongeveer de helft (48%) vindt dat ze veel moeite moeten doen om uit te zoeken welke verduurzamingsmaatregel verstandig is.
Kostenbesparing
Veel mensen willen investeren in verduurzaming om kosten te besparen. Ook is woongenot een belangrijke drijfveer om het huis duurzamer te maken, net als het milieu. Een deel van de respondenten wordt gemotiveerd door vrienden, buren of collega’s. Flikweert: “Als we zorg voor het milieu afzetten tegen kostenbesparing, dan kiest een ruime meerderheid (79%) voor kostenbesparing. Een groen energielabel in de categorie A tot en met C ziet men als positieve invloed op de waarde van een huis, een laag energielabel vindt men zeer onaantrekkelijk. Toch is er ook een kleine groep mensen die een G-label aantrekkelijk vindt, vooral omdat je hiervoor minder betaalt en zelf waarde kan toevoegen aan de woning.”
Woonindex
De Woonindex zet de stijgende lijn door, maar zit nog onder het ‘neutraalpunt’ van. Met name onder koopwoningbezitters is het vertrouwen in de woningmarkt toegenomen ten opzichte van het vorige kwartaal. De stijging wordt vooral gedreven door de factor huizenprijzen. Koopwoningbezitters vertrouwen erop dat de prijzen de komende maanden blijven stijgen. Starters hebben een iets minder rooskleurig beeld van de woningmarkt; hun algehele vertrouwen daalt iets, met als belangrijkste reden de stijgende hypotheekrente.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.