De lockdownmaatregelen in 2021 hebben duidelijk zijn weerslag gehad op het aantal woninginbraken. Dat daalde met 23% in vergelijking met 2020, zo meldt vergelijkingssite Independer op basis van Nationale Politiedata.
De politie kreeg vorig jaar zo’n 23.500 meldingen binnen, in 2020 waren dat er nog ruim 30.500. Inbrekers lieten vorig jaar vooral Drenthe links liggen. Er werden in deze provincie zelfs ruim één derde minder woninginbraken gemeld bij de politie.
Naast Drenthe had ook Flevoland (-32,1%) en Zeeland (-30,3%) te maken met een dalend aantal woninginbraken. Groningers merkten naar verhouding het minst van deze positieve trend. In de meest noordelijke provincie waren in 2021 slechts 6,2% minder inbraken.
“Mensen waren natuurlijk meer thuis door de lockdowns vanwege de corona-uitbraak. Maar we zijn nu weer meer van huis. De inbraken zullen weer gaan stijgen”, aldus Michel Ypma, expert woonverzekeringen bij Independer.
Zeist: meeste inbraken per huishouden
De meeste inbraken vonden vorig jaar plaats in de hoofdstad Amsterdam (1.716), gevolgd door Rotterdam (1.012) en Den Haag (1.002). De kans op een woninginbraak is het grootst in het Utrechtse Zeist. Per 1.000 huishoudens werd hier in 2021 in totaal 8,2 keer ingebroken. In geen enkele gemeente is dit aantal zo hoog. “Het zou kunnen dat dit zich uiteindelijk ook in de premies voor de woonverzekeringen gaat vertalen”, aldus Ypma.
Landelijk ligt het gemiddelde namelijk ‘slechts’ op 2,9 woninginbraken per 1.000 huishoudens. De top 5 gemeenten met de meeste kans op een woninginbraak is als volgt:
- Zeist (Utrecht): 8,2 inbraken per 1.000 huishoudens
- Laren (Noord-Holland): 7,1 inbraken per 1.000 huishoudens
- Baarn (Utrecht): 6,4 inbraken per 1.000 huishoudens
- Boekel (Noord-Brabant): 6,3 inbraken per 1.000 huishoudens
- De Bilt (Utrecht): 6,2 inbraken per 1.000 huishoudens
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
