Cum fraude geslaagd

0

De typische fraudeur is een al wat oudere man die gemiddeld al meer dan 10 jaar voor een bedrijf werkt. Meestal is hij leidinggevende of zit hij anderszins hoog in de boom. Hij heeft een financiële functie of heeft op de een of andere manier toegang tot financiële informatie, en vaak wordt hij door een medeplichtige geholpen bij het uitvoeren van zijn fraudezaken. Dat blijkt uit onderzoek dat vorig jaar is verricht door accountants- en adviesorganisatie KPMG.

 

De motivatie om te frauderen is volgens KPMG al jaren dezelfde: ordinaire hebzucht, op de voet gevolgd door de druk die op medewerkers wordt gelegd om steeds hogere targets te halen. Uit het onderzoek kwam echter ook naar voren dat, mogelijk als gevolg van toegenomen werkdruk, de interne controlestructuren zwakker zijn geworden, waardoor frauderen gemakkelijker wordt. En frauderen is gemakkelijk, voor wie weet hoe het moet. Het is meer een kwestie van enige rekenvaardigheid en logisch denken dan van doortraptheid. Wat bedrijven vaak doen is het resultaat mooier voorstellen dan het is: uitgaven drukken de winst. Door een liefst dure uitgave uit de resultatenrekening te halen, de kosten te activeren en die vervolgens over enkele jaren uit te smeren, valt de dure uitgave in de jaarrekening niet meer op. Belgische bedrijfsauditoren lieten enkele jaren geleden weten dat Parmalat nagemaakte faxen van de bank naar zichzelf stuurden waarop uiterst voordelige informatie te lezen stond. Zo wist het concern voor miljarden euro’s te frauderen. Volgens dezelfde auditoren heeft Ahold ooit dezelfde truc uitgehaald. Wat ook kan is zogeheten ‘satellietbedrijfjes’ opzetten, iets wat Enron heeft gedaan. Belangrijke figuren kregen aandelen binnen die bedrijfjes. De winsten gingen op ondoorzichtige wijze naar die bedrijfjes, terwijl de lasten weer in andere satellietbedrijfjes werden gestopt. Dat dergelijke fraude zo laat ontdekt wordt, komt omdat het meestal in het allerhoogste echelon plaatsvindt, door mensen die toegang hebben tot bedrijfsgevoelige informatie en de mogelijkheid om controles te overrulen. Mensen die relatief gemakkelijk tegen hun ondergeschikten of de Raad van Bestuur kunnen zeggen hoe zij willen dat de zaken geregeld worden. Zo niet, dan volgen er consequenties.  Volgens het onderzoek van KPMG komt fraude substantieel vaker voor bij het senior management dan bij junior stafleden. In 2007 bleek 49% van de fraudegevallen gepleegd te zijn door senior managers; in 2011 bleek dat aantal gedaald naar 35%. Daar stond tegenover dat het frauderen door leden van de Raad van Bestuur in dezelfde periode is toegenomen van 11 naar 18%. Het onderzoek van KPMG toont verder aan dat de meeste mensen die verwikkeld zijn in fraudezaken, werkzaam zijn in de financiële industrie (36% in 2007 tegen 32% in 2011). Na de financiële sector volgen executives/directeuren en de directe medewerkers van deze mensen (11% in 2007 tegen 26% in 2011) en verkoopmedewerkers (32% in 2007 tegen 25% in 2011). Het misbruik van bezittingen, voornamelijk door middel van verduistering, is goed voor 43% van alle fraudegevallen die KPMG in 2011 heeft onderzocht. Op de tweede plaats staat het opzettelijk verkeerd voorstellen van de financiële positie van het bedrijf. KPMG stelt dat ondernemingen die met dit soort fraude te maken hebben eens moeten kijken of ze de te behalen doelen niet te hoog gesteld hebben en een te grote druk op medewerkers leggen om die doelen koste wat kost te halen. Als het hogere echelon wordt bekritiseerd om te lage prestaties of wanneer er gedreigd wordt met een lagere bonus of zelfs ontslag, kunnen zij in de verleiding komen hun performance wat op te krikken door de zaken verkeerd voor te stellen.  

 

Frauderen kan overal

 

 Op een wat lager niveau kan er ook gefraudeerd worden. Er zijn gevallen bekend van financieel directeuren die in de loop der jaren miljoenen euro’s verduisterden. Wie niet met enorme bedragen tegelijk fraudeert, kan het een hele tijd volhouden. Via neprekeningen kan men geld van het bedrijf naar zichzelf doorsluizen. Denk daarbij aan ‘kleine zaken’ als een schilder die het kantoor een verfbeurt geeft. Een boekhouder kan de schilder een andere, verzonnen  naam geven en de ‘kosten’ overmaken naar zijn eigen rekening of naar die van een medeplichtige. Vaak is wel meer fraude ‘klein’ en dus relatief onzichtbaar. Een inkoper kan onderhands geld krijgen om vooral maar een bepaald product op voorraad te nemen. Als die inkoper heel slim is, kan hij zelfs een eigen bedrijfje oprichten waar hij de spullen aan laat leveren, die hij vervolgens met winst weer doorverkoopt aan zijn werkgever. Opvallend is volgens veel bedrijfsauditoren dat de meeste fraudeurs keiharde werkers zijn: ze zijn nooit ziek (of gaan toch werken als ze ziek zijn) en gaan niet op vakantie. Zij zijn bang dat hun bedrog aan het licht komt als ze hun taken moeten overdragen. De ‘gaten in de defensie’ is ook de reden waarom fraude vaak toch aan het licht komt, aldus het onderzoek van KPMG. Er komen klachten van klanten of leveranciers, of banken en investeerders ruiken onraad. In 2011 werd 13% van het aantal fraudes per toeval ontdekt. Het neemt allemaal niet weg dat de meeste fraude simpelweg niet ontdekt wordt. Klokkenluiders die misstanden aan de kaak hebben durven stellen, hebben dat vaak moeten bekopen, zelfs door tegengewerkt te worden door de overheid, die juist blij zou moeten zijn met dergelijke mensen. Als hun positie niet verbetert zou het weleens lang kunnen duren voor fraude niet meer lucratief zal zijn.

 

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.

Reacties zijn gesloten voor dit bericht.