Adviseur kan veiliger adviseren over vermogensopbouw

0

Afgelopen week organiseerde Bureau D & O een informatiebijeenkomst over vermogensopbouw. Edgar du Perron, hoogleraar privaatrecht aan de UvA én voorzitter van de geschillencommissie KiFiD, hield een inleiding met meerdere interessante adviezen aan de sector.
 
De rente op klassieke spaarproducten is op dit moment laag. Wordt de rente afgezet tegen de combinatie rendementsheffing en inflatie, dan is er in veel gevallen sprake van een netto negatief reëel rendement. De heer Du Perron gaf aan te signaleren dat aanbieders en consumenten in het zoeken naar betere rendementen uiteindelijk uitkomen bij producten met meer risico op waardefluctuaties. Marktbreed lijken de lage rentes er dus toe te leiden dat consumenten en aanbieders meer risico gaan nemen in het kader van vermogensopbouw.
 
Bij de inventarisatie voor vermogensopbouwproducten wordt vaak gebruik gemaakt van een set standaardvragen. In veel van deze vragen komt de vraag voor, welk percentage van het kapitaal de klant maximaal bereid is te verliezen. In een bepaalde situatie kan de klant dan bijvoorbeeld aangeven dat hij bereid is maximaal 10% van zijn kapitaal te verliezen. De heer Du Perron gaf aan dat deze vraagstelling in de praktijk regelmatig tot misverstanden leidt.

Op de eerste plaats ontstaat aan de zijde van de klant het misverstand dat hij er van uitgaat dat door dit antwoord te geven er een garantie is dat hij nooit meer dan 10% aan kapitaal zal verliezen. Het stellen van een vraag is echter totaal iets anders dan het als aanbieder bieden van een bodemgarantie.
 
Op de tweede plaats is het voor klanten niet altijd duidelijk wat met deze 10% daling wordt bedoeld. 10% van de inleg? 10% van het beoogde eindkapitaal? 10% van de jaarlijkse waarde? Onduidelijkheid op dit punt kan een belangrijke bron vormen van latere teleurstellingen.
 
In de vragenlijsten die in de praktijk in omloop zijn, wordt veelal gewerkt met puntentellingen. Het maximaal behaalde aantal punten leidt dan tot een bepaald profiel van de klant. En dit profiel leidt dan weer tot een bepaalde keuze voor de wijze van vermogensopbouw. Dit laatste kan dan variëren van defensief tot offensief. De heer Du Perron gaf aan niet gelukkig te zijn met dit soort vragenlijsten. Een klant kan hoog scoren waardoor hij in het profiel ‘offensief’ wordt ingedeeld. Op één vraag scoorde hij echter laag en dat was de vraag welk deel van zijn inleg hij maximaal bereid is te verliezen. Indien de klant aangeeft dat hij niet bereid is een bepaald deel van zijn inleg te verliezen, dan komen veel producten feitelijk al niet meer in aanmerking.
 
Tijdens de informatiebijeenkomst deed de heer Du Perron de suggestie om na te denken over het instellen van een maximum rendement per specifiek klantprofiel. Een dergelijke maatregel zou kunnen voorkomen dat aanbieders per profiel toch hogere rendementen proberen te behalen. Hogere rendementen die alleen bereikt kunnen worden door ook risicovoller te beleggen. Door het rendement per profiel te maximeren, gaat het accent verschuiven naar veilige vormen van vermogensopbouw.
 

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.

Reacties zijn gesloten voor dit bericht.