Het kabinet wil de pensioenopbouw aanzienlijk beperken. Het kabinet verwacht door een lagere pensioenopbouw dat er minder geld naar het pensioenfonds gaat en dus in de portemonnee voor de deelnemer overblijft. Maar zo eenvoudig ligt het niet, stelt vakbond FNV KIEM.
Het zogenaamde Witteveenkader geeft de maximale fiscaal toegestane ruimte aan waarmee pensioenen jaarlijks kunnen worden opgebouwd. Op dit moment is die ruimte maximaal 2,25% per jaar. Door het opschuiven van de pensioenleeftijd was al rekening gehouden met een iets lagere opbouw, namelijk van 2,25% naar 2,15%. Een dergelijke verlaging was enigszins verdedigbaar, omdat het aantal jaren dat men opbouwt wordt verhoogd en dus zou leiden tot een relatief beperkte verslechtering.
“Zoals het zich nu laat aanzien wordt er veel harder ingegrepen in het Witteveenkader,” zegt FNV KIEM bestuurder Pepijn ten Kate. “Namelijk in de vorm van een extra verlaging met 0,4% tot maximaal 1,75%. Daarmee wordt de fiscale ruimte voor pensioenopbouw aanzienlijk beperkt, wat grote gevolgen heeft voor de pensioenopbouw van bijna alle Nederlanders.”
De opbouw van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn kent een opbouw van 1,95%. Het ABP kent een opbouw van 2,05%. “Naast de verminderende opbouw wordt tegelijkertijd het salaris waarover fiscaal gefaciliteerd pensioen kan worden opgebouwd gemaximeerd op 100.000 euro,” gaat Ten Kate verder. “In het verleden dachten we dat we 70% van ons laatst verdiende loon aan pensioen zouden krijgen. De realiteit was echter geen 70% van het laatst verdiende loon, maar 70% van de gemiddelde verdiensten over de jaren waarin we pensioen hebben opgebouwd, en dat ligt meestal aanzienlijk lager. Met het voorstel dat er nu ligt wordt het feitelijk nog veel minder. Natuurlijk is het afhankelijk van de huidige opbouw bij iemands pensioenfonds -die verschilt namelijk van fonds tot fonds- of iemand straks minder gaat opbouwen. Maar mocht een fonds gebruikmaken van de maximale opbouw van 2,25%, dan kan dit dus een verslechtering van 0,5% betekenen. Maar ook als een fonds rond de 2% opbouw heeft, heeft deze wijziging enorme financiële gevolgen voor iemands inkomen vanaf de pensioendatum.”
Het kabinet verwacht dat er door een lagere pensioenopbouw minder geld naar het pensioenfonds gaat en dat er dus meer in de portemonnee voor de deelnemer overblijft. Hierdoor kan de koopkracht iets toenemen. Ten Kate: “Dat betekent ook, dat de overheid nu meer belasting zal ontvangen (drie miljard volgens het CPB), omdat de vrijstelling voor pensioenopbouw wordt beperkt. Het grote nadeel is echter dat toekomstige generaties veel minder pensioenopbouw hebben en dus ook veel lagere inkomsten. Over die lagere inkomsten betalen zij dan ook minder belasting, hetgeen de overheid op termijn veel belastingopbrengsten gaat kosten.”
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.