‘Eindelijk erkenning tussen verschil advies en verkoop’

0

Brancheorganisaties Adfiz en OvFD reageren opgetogen op de plannen van minister Hoekstra (Financiën) om onderscheid te maken tussen zelfstandige adviseurs en adviseurs die werkzaam zijn bij een aanbieder. Er komen drie categorieën: de verkoopadviseur, de zelfstandige adviseur en de onafhankelijke adviseur.

Dat valt te lezen in een brief van Hoekstra aan de Tweede Kamer, waarin hij ingaat op zijn vervolgstappen naar aanleiding van de evaluatie van het provisieverbod. Met het categoriseren van type adviseurs komt de minister tegemoet aan de wenselijkheid van het wettelijk markeren van ‘onafhankelijk advies’, zodat klanten daarmee extra informatie krijgen over de kwaliteit van de dienstverlening.

“Net als voor beleggingsondernemingen ben ik voornemens om voor financiële dienstverleners die adviseren over complexe producten voor te schrijven waaraan een adviseur die onafhankelijk adviseert moet voldoen. Ook wordt het speelveld voor onafhankelijke beleggingsondernemingen en financiële dienstverleners zoveel mogelijk gelijk getrokken”, aldus Hoekstra.

In gesprekken met verschillende branche- en belangenorganisaties kwam volgens Hoekstra naar voren dat het wenselijk is om het onderscheid tussen zelfstandige adviseurs en adviseurs die werkzaam zijn bij een bepaalde aanbieder duidelijker te maken voor klanten. “Niet alle zelfstandige dienstverleners zullen kwalificeren als onafhankelijk. Vanuit het oogpunt van het klantbelang vind ik het belangrijk het onderscheid tussen de zelfstandige adviseur en de adviseur die werkzaam is bij een aanbieder (bank of verzekeraar) te markeren. Er ontstaan aldus drie categorieën: de verkoopadviseur die werkzaam is bij de bank of verzekeraar, de zelfstandige adviseur en de onafhankelijke adviseur.”

Marktbrede vergelijking geen vereiste

Onafhankelijk adviseurs hoeven wat minister Hoekstra betreft niet te voldoen aan de eis van een marktbrede vergelijking. Het doen van een objectieve analyse vereist het vergelijken van een ‘toereikend aantal’ producten. Dit is een open norm.

Hoekstra: “Wettelijke invulling van deze open norm vind ik onwenselijk, omdat daarmee de flexibiliteit verloren gaat die nodig is vanwege veranderingen in de markt. De AFM heeft bovendien het best zicht op die marktomstandigheden. Het voorschrijven van een marktbrede vergelijking brengt daarnaast onnodige nalevingskosten voor adviseurs mee.”

Actieve provisietransparantie bij schade

Een andere stap die de minister wil nemen is het toepassen van actieve provisietransparantie bij schadeverzekeringen. Momenteel geldt nog een passieve transparantie: de klant heeft het recht om te vragen naar de provisie die de adviseur ontvangt. De adviseur is vervolgens verplicht om daarover duidelijkheid te verschaffen. Volgens de AFM werkt passieve transparantie echter onvoldoende. Klanten vragen er namelijk nauwelijks naar.

“Er is breed draagvlak voor actieve provisietransparantie bij schadeverzekeringen, vanuit de gedachte dat consumenten er belang bij hebben om te weten wat een adviseur voor hen kan doen en wat hij daarvoor aan provisie krijgt”, aldus Hoekstra. “Met het oog op dit doel ligt het voor de hand dat klanten in ieder geval precontractueel, dus voor het afsluiten van de verkoopovereenkomst, worden geïnformeerd over dienstverlening en provisie.”

Andere onderwerpen waar de minister in 2019 mee aan de slag gaat, zijn de post-contractuele zorgplicht, het verbeteren van de kennis- en ervaringstoets, het gelijke speelveld ten aanzien van het pensioenadvies en het aanpassen van de eerbiedigende werking ten aanzien van provisie van voor 2013.

Juiste balans

Adfiz en OvFD zijn blij met de voorstellen van Hoekstra, zo laten ze weten. “In zijn voorgestelde maatregelen vindt de minister wat Adfiz betreft de juiste balans tussen wensen uit de Kamer en de argumenten uit de sector. Eindelijk klinkt er erkenning voor het verschil tussen verkoop en advies. Ook de gekozen richting om inzicht in provisie toegankelijker te maken is evenwichtig en verstandig, met nadrukkelijke aandacht voor het gelijk speelveld. We praten graag verder met ministerie en AFM over de nadere uitwerking”, aldus de brancheorganisatie.

Christian Dijkhof (voorzitter OvFD) ziet een jarenlange lobby voor een wettelijke titel voor onafhankelijkheid bekroond. “We zijn heel blij met het feit dat de minister onafhankelijk advies ‘wettelijk gaat markeren’. Consumenten krijgen veel meer zekerheid en duidelijkheid als onafhankelijkheid op basis van objectieve gronden wordt gedefinieerd. Je bent onafhankelijk of niet!”, aldus Dijkhof.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.