Minister Dijsselbloem van Financiën deelt het CFD-standpunt niet dat het Nederlandse provisieverbod voor complexe producten niet strookt met verschillende Europese regels.
Dijsselbloem antwoordde afgelopen week op een brief van de commissie van 25 mei jl. Daarin gaf de CFD aan dat het verbod niet alleen botst met het Europese Unierecht (artikel 56), maar ook met de nieuwe verzekeringsdistributie richtlijn EU 2016/97. Over die laatste richtlijn heeft de CFD de minister aanvullende vragen gesteld. Dijsselbloem heeft de beantwoording van deze aanvullende vragen echter niet meegenomen in zijn meest recente brief aan de CFD.
Verenigbaar met het Europees recht
Volgens de minister is het provisieverbod echter ‘verenigbaar met het Europees recht’. Hij betoogt verder dat het provisieverbod gerechtvaardigd is vanwege een ‘dringende reden van algemeen belang’, omdat het consumenten beschermt. “Voorkomen wordt dat financiële dienstverleners niet in het belang van de consument handelen door de prikkels die van provisies kunnen uitgaan weg te nemen”, aldus Dijsselbloem. Lidstaten mogen volgens hem strengere provisieregels vaststellen, als aan de voorwaarden wordt voldaan.
Ook het CFD-standpunt dat financiële dienstverleners die gevestigd zijn in een andere lidstaat, door het provisieverbod belemmeringen zouden ondervinden als zij zich op de Nederlandse markt willen begeven, wordt niet door de minister gedeeld.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
