Carrière maken uit den boze

0

Door: Judith Scherrenberg, MPLA Managing consultant bij Edmond Halley

Het kabinet heeft in haar regeerakkoord aangegeven het fiscale kader voor pensioen verder te willen beperken. Het huidige  fiscale maximum voor een middelloonregeling ligt op 2,25% opbouw per dienstjaar. Dit wordt verlaagd naar 2,15% en vervolgens op basis van de kabinetsplannen, naar 1,75% per dienstjaar. Deze opbouw wordt bovendien nog fiscaal gefacilieerd tot maximaal 100.000 euro salaris.

Met het lagere percentage veronderstelt het kabinet dat het mogelijk zou moeten zijn om een pensioen op te bouwen van 70% pensioen van het gemiddelde inkomen.

Uit de statistieken van het CBS blijkt dat er gemiddeld voor mannen die nu tussen de 60 en 65 jaar zijn, 58% van het inkomen in pensioen inclusief AOW  te zijn opgebouwd. Dat betekent dat deze groep, die grotendeels binnen de oude ruimere wettelijke kaders pensioen heeft opgebouwd, niet de veronderstelde 70% van het inkomen zal gaan ontvangen. De gemiddelde consument verwacht echter nog steeds dat hij 70% van zijn laatstverdiende inkomen aan pensioen ontvangt.

Jongere generatie

Wat zijn de gevolgen van deze verdere voorgestelde versobering voor de jongere generatie? Om dit inzichtelijk te maken, rekenden we vier maatmensen door van 25 jaar oud, die allen aan het begin van hun carrière staan:

  • Ruben: 25 jaar, startsalaris EUR 25.000, gemiddeld carrièreverloop (3-2-1-0) (gelijk aan de loopbaanontwikkeling in de Wet Loonbelasting artikel 18a lid 3b: tot 35 jaar 3%, tot 45 jaar 2%, tot 55 jaar 1% en daarna 0%.)
  • Rosanne: 25 jaar, startsalaris EUR 32.000, laag carrièreverloop (2-1-0-0)
  • Danny: 25 jaar, startsalaris EUR 45.000, steil carrièreverloop (5-4-2-1)
  • Maureen: 25 jaar, startsalaris EUR 60.000, steil carrièreverloop (5-4-2-1)

Verdere uitgangspunten bij de berekening zijn de pensioenresultaten op pensioendatum, inclusief de AOW-uitkering (enkele gehuwde). Dit pensioenresultaat wordt afgezet tegen het laatstverdiende salaris op de pensioendatum in de 3 regimes:

  • Blauw: Het huidige (maximale) fiscale regime: 2,25% middelloon, pensioenleeftijd 65 jaar
  • Rood:  Het nieuwe regime vanaf 2014 conform de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd: 2,15% middelloon, pensioenleeftijd 67 jaar
  • Groen: Het Regeerakkoordregime: 1,75% middelloon, pensioenleeftijd 67 jaar

Bij de standaard veronderstelde stijging bij Ruben leidt dit tot een daling van het pensioeninkomen naar zo’n 62%! Naarmate het startsalaris (aanmerkelijk) hoger ligt of het carrière verloop steiler wordt, zijn de verschillen nog groter. Zo zal bij een hoger startsalaris het pensioeninkomen gaan dalen van 60% tot zelfs zo’n 35% van het laatst verdiende salaris.

Inflatiecorrectie

In dit jaar zal de inflatie uitkomen tussen de 2,5 – 3%. De btw-verhoging speelt daarin overigens een belangrijke rol. Als de economie in de komende jaren verbetert, zal de inflatie verder gaan toenemen. De oorzaken voor deze inflatie laat ik in de kader van dit stuk buiten beschouwing. De CAO-correctie, de loonindex, die op het salaris wordt toegepast vanwege inflatie zal voor een groot gedeelte, zo niet meer dan het standaardverloop opmaken van 3-2-1-0. Zelfs een klein beetje carrièrestijging leidt dan tot een verder tekort in pensioen, uitgaande van de – inmiddels bijna achterhaalde – norm van 70% van het laatst verdiende inkomen. De wijziging in de communicatie vanuit de regering, waarbij zij voor de toekomst als uitgangspunt het gemiddelde salaris neemt, is dan ook opvallend.

Werknemer eist compensatie

Arbeidsrechterlijk maakt pensioen onderdeel uit van het pakket van arbeidsvoorwaarden. Als vanuit wettelijke kaders de pensioenregeling naar beneden wordt bijgesteld, zal de werknemer compensatie eisen. Het is voor de werknemer op korte termijn aantrekkelijk om het verschil in salaris uitbetaald te krijgen. Voor de werkgever betekent dit  een aantal extra lasten, zoals hogere WIA-excendenten of WIA-hiaatverzekeringen en in veel gevallen hogere sociale premies. Die lasten moeten weer verrekend worden met het bedrag dat de werknemer werkelijk ter beschikking krijgt. Als voor deze oplossing wordt gekozen, leidt dat tot ingewikkelde rekenexercities. De werkgever kan ook ruimte bieden voor financiële planning, zodat de werknemer inzicht krijgt in de gevolgen van deze wijzigingen en er op kan handelen.

De werknemer heeft  minder pensioen, waardoor hij langer zal moeten werken. In onze cultuur is het doorwerken van oudere werknemers nog niet ingebakken. Tien jaar geleden was het volstrekt normaal dat op 57,5 jaar de arbeidzame carrière ophield. Nu zullen de oudere generaties door moeten werken tot 67 jaar en de jongere naar alle waarschijnlijkheid nog langer. Dat vergt ook een ander ouderenbeleid binnen organisaties. Mensen zullen beter aangesloten moeten blijven bij de ontwikkelingen om goed te kunnen blijven functioneren binnen een steeds sneller veranderende wereld. Dat vergt ook investeringen, van zowel werkgever als werknemer!

Langer doorwerken

Het aanwenden van de vrijkomende pensioenpremies voor salarisverhoging lijkt op langere  termijn een slecht alternatief. Hoewel de kortetermijnbestedingen worden gestimuleerd,  zal het verschil tussen het salaris en het pensioen hierdoor nog verder oplopen. Langer (moeten) doorwerken is dan een  logisch gevolg.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.

Reacties zijn gesloten voor dit bericht.