Het CBS heeft becijferd dat vrouwen een beduidend lager pensioen kunnen verwachten dan mannen.
Dat blijkt uit onderzoek aan de hand van de pensioenaanspraken die worden opgebouwd bij Nederlandse pensioenfondsen en -verzekeraars. Mannen krijgen een derde meer.
Mate van arbeidsparticipatie doorslaggevend
De ongelijkheid in pensioenopbouw sluipt er gaandeweg het werkzame leven in. Aan het begin van de carrière bouwen mannen en vrouwen ongeveer evenveel pensioen op. Bij oudere leeftijdsgroepen blijken mannen echter steeds hogere aanspraken op te hebben gebouwd dan vrouwen. Dit komt door het verschil in arbeidsparticipatie en in de mate waarin in deeltijd wordt gewerkt. Hierdoor komen mannen gemiddeld uit op een hoger te bereiken pensioen dan vrouwen. Bij mannen is het verwachte pensioen gemiddeld 13.700 euro, terwijl dit voor vrouwen 9200 euro is. Het gemiddelde voor mensen van 25 jaar tot de AOW-leeftijd is 11.600 euro bruto per jaar.
Het Nederlandse pensioenstelsel heeft drie componenten. De eerste is de AOW, de tweede het arbeidsgerelateerde collectieve ouderdomspensioen en de derde het kapitaal uit individuele pensioenopbouw. De resultaten uit het onderzoek van het CBS hebben betrekking op de aanspraken die via het werk zijn opgebouwd.
Beloning speelt ook een belangrijke rol
Het pensioen dat iemand kan verwachten bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is een optelling van het al opgebouwde pensioen en dat wat nog wordt opgebouwd tot aan die leeftijd. Dat is afhankelijk van het inkomen en de loopbaan van een persoon. Het bedrag van het te bereiken pensioen van vrouwen is lager dan dat van mannen en dat van jongeren is lager dan dat van ouderen. Dat heeft te maken met de gemiddeld lagere inkomens van vrouwen en van jongeren.
Het verschil tussen mannen en vrouwen in het te bereiken pensioen wordt groter met het stijgen van de leeftijd. Bij mannen is het te bereiken bedrag hoger in de oudere leeftijdsgroepen, tot en met de 55- tot 60-jarigen. Bij vrouwen is dat niet het geval. Daar is vanaf de groep 45- tot 50-jarigen de te bereiken pensioenaanspraak juist lager dan bij jongere leeftijdsgroepen. Bij de 55-plussers is het bedrag voor de mannen gemiddeld tweemaal zo hoog als dat voor de vrouwen. Hier komt de arbeidsparticipatie om de hoek kijken. Die is bij vrouwen over het algemeen lager dan bij mannen. Vrouwen werken minder vaak dan mannen en vaker in deeltijd. Bij 55-plussers is het verschil tussen mannen en vrouwen in arbeidsparticipatie het grootst.
Inmiddels gerealiseerde pensioendeel
Het te bereiken pensioen is een door pensioenuitvoerders berekende schatting. Daarnaast is er het deel dat reeds is opgebouwd. Dit is dus het bedrag dat men vanaf de pensioenleeftijd zou ontvangen als de opbouw per direct zou stoppen. Gemiddeld was eind 2016 het reeds opgebouwde pensioen voor mensen van 25 jaar tot de AOW-leeftijd 6000 euro bruto per jaar, voor mannen 7400 euro en voor vrouwen 4400 euro. Dat betekent dat mannen gemiddeld ongeveer 40% meer pensioen hebben opgebouwd dan vrouwen. In de leeftijdsklassen tot 40 jaar is het verschil tussen mannen en vrouwen klein, daarna neemt het toe.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.