Vragen en rekenvoorbeelden aflossen EWS

0

Fiscaal jurist Ruben Stam presenteerde onlangs voor de Hypotheek Business Club het webinar ‘Oud en nieuw – de fiscale wijzigingen per 2017′. Daaruit kwamen een tweetal kijkersvragen naar voren over het aflossen van de Eigenwoningschuld (EWS). Ook stelde een hypotheekadviseur de vraag of het overgangsrecht een keuze of verplichting is. Ruben Stam geeft hieronder zelf een uitgebreide toelichting bij deze vragen uit de adviespraktijk.

De HBC Break ‘Oud en nieuw – de fiscale wijzigingen per 2017’ van 17 januari is hier in zijn geheel als video te bekijken.

Vraag 1: Aflossen van de EWS

In je voorbeeld over de tijdklemmen/kleiner wonen geef je een voorbeeld. Oude EWS: 100.000. Uitkering KEW: 110.000. Nieuwe EWS: 50.000. Je geeft aan dat je binnen zes maanden na verkoop alsnog gebruik kunt maken van de vrijstelling 100.000 (= oude EWS).

Heeft dit dan wel gevolgen voor de EWS van 50.000? M.a.w. moeten we dan eerst het vervreemdingssaldo berekenen en vervolgens de nieuwe maximale EWS voor de nieuwe woning bepalen?

Antwoord

Ruben Stam, fiscaal jurist bij het Fiscaal Juridisch Adviesbureau van Nationale-Nederlanden Bank:
Je past de eigenwoningregeling, inclusief bijleenregeling gewoon toe zoals gebruikelijk. Dus stel dat je de oude woning verkoopt voor 170.000 euro. Dan maak je dus een verkoopwinst (EWR) van 70.000 euro. Vervolgens koop je een nieuwe woning van 120.000 euro. Financiering in box 1 is dan door afboeking EWR mogelijk tot een bedrag van 50.000 euro.

Daarna koop je – binnen zes maanden na verkoop vorige woning – de KEW af. De uitkering moet je zo veel mogelijk gebruiken voor de aflossing van de huidige EWS. Resultaat: geen EWS meer.

In de aangifte IB kun je een beroep doen op de uitkeringsvrijstelling tot een bedrag van 100.000 euro. Over het rentebestanddeel in het meerdere (10.000 euro) moet je IB betalen.

Vraag 2: Aflossen van de EWS

Is het toegestaan dat iemand in 1x een bedrag van 100.000 krijgt geschonken? Vervolgens bepaalt de ontvanger dat hij de schenking in drie jaar gaat gebruiken om af te lossen op zijn EWS.

Zo ja, wat zijn dan de fiscale gevolgen van het geld zolang het nog niet gebruikt is voor aflossing (box 3 vermogen).

Antwoord

Ruben Stam, fiscaal jurist bij het Fiscaal Juridisch Adviesbureau van Nationale-Nederlanden Bank:
Zolang het geld niet besteed is voor de eigen woning en het op een spaar- of betaalrekening staat valt dit vermogensbestanddeel onder de vermogensrendementsheffing van box 3.

De besteding (termijn) van het geld is geregeld in artikel 5 Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting. Mag dus in drie jaar gebruikt worden voor aflossing EWS.

Vraag 3: Het overgangsrecht

Is het overgangsrecht een keuze of een verplichting? Ik ben met een klant bezig die nieuwbouwwoning laat zetten. Grond en koopaanneemsom: 840.000 euro. Benodigde financiering: 150.000 euro. Vorige woning is in november 2016 verkocht. Eigenwoningschuld 165.000 euro. Door Wet Hillen geen aftrek.

Ik zou een nieuwe lening aflossingsvrij in Box 3 af willen sluiten. Geen EWS, geen bijtelling EWF. Schuld van 150.000 euro in Box 3, zou beteken dat VRH betaald zou moeten worden bij vermogen boven 200.000 euro.

Klopt deze redenering? Kan hij kiezen tussen Box 1- of 3-lening? Of is hij verplicht van overgangsrecht gebruik te maken?

Antwoord

Ruben Stam, fiscaal jurist bij het Fiscaal Juridisch Adviesbureau van Nationale-Nederlanden Bank:
Het overgangsrecht – bestaande eigenwoningschuld versus nieuwrecht eigenwoningschuld – is geen keuze. Je hebt (door oversluiting in fiscale zin) een lening van voor 2013 en dan is het een bestaande EWS. Ik snap dat het onder omstandigheden aantrekkelijker kan zijn om een lening in box 3 te hebben, maar die keuze is er helaas niet.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.