‘Te vergaand paternalisme moet uit het pensioensysteem’

0

Graag borduur ik voort op mijn visie van vorig jaar voor 2020. Dé absolute doorbraak in het PensioenAkkoord 2020 (de verdere uitwerking en invulling van het PensioenAkkoord uit 2019) is natuurlijk de afschaffing van de doorsneepremie geweest. Vanaf uiterlijk 2026 spaart iedereen dé facto voor zichzelf. Dat er nog altijd een solidariteitsreserve van 15% mag blijven is tegen die tijd wel van de baan, verwacht ik. Dan wordt het dus echt collectief beheerd defined contribution.

‘Er moet meer aandacht komen voor eigen verantwoordelijkheid’

Auteur: mr. J. Theo Gommer MPLA CCFP is managing partner bij de &Gommer Pensions Groep en Gommer & Partners Pensioen Advocaten.

De grote discussie blijft dan nog wel hoe de opgebouwde pensioenen ingevaren moeten worden en hoe derhalve omgegaan wordt met de formeel noodzakelijke kortingen. Ik verwacht dat die níet doorgevoerd gaan worden en middels het hogere projectierendement ‘weggemoffeld’. Maar ach, we hébben ook voldoende pensioenvermogen, de jongeren moeten deze prijs voor hun individuele pensioensysteem maar betalen, hoezeer juridisch twijfelachtig.

De eerste stemmen zijn verder al opgegaan om de lumpsum-optie van 10% te verhogen (tot 20%), in meerdere delen op te mogen nemen (ook vóór pensioendatum stelde de Raad van State), wél naast hoog/laag toe te staan, tegen een bijzonder tarief te belasten en zonder dat het dan (eenmalig namelijk) invloed heeft op toeslagen e.d. Hieruit blijkt maar weer dat een integrale aanpak (ook de fiscaliteit speelt een grote rol) en kijk op pensioen nodig is (en vaak ontbreekt in Den Haag).

Coronadruk

Nu we dit jaar te maken hebben gekregen met Corona zal de druk op baan, loon en de hoogte van de pensioenpremie groot worden. Dit moet dan ook de volgorde zijn, waarbij de tendens – ook gezien het PensioenAkkoord – lagere pensioenpremies zal zijn. Ik verwacht dat de gemiddelde flatrate-premie rond de 18-20% zal liggen, met de mogelijkheid voor weknemers om vrijwillig meer in te leggen. Dat is overigens ook voldoende.

Oudere werknemers zullen toch graag gebruik willen maken van de mogelijkheden tot 2026 om eerder uit te treden. Een combinatie dus van de boetevrije RVU, deeltijdpensioen en parttime doorwerken (ook bij een andere werkgever).

Verplichte AOV

Ik verwacht verder van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering niet veel. Als ze een jaar later nog niet verder zijn gekomen dan dat hij uitgevoerd moet worden door het UWV en betaalbaar, uitvoerbaar en uitlegbaar moet zijn (in combinatie met het UWV bijna een contradictio in terminis), dan belooft dat niet veel voortgang noch goeds. We zullen dus zien.

De standaardisering van het partnerpensioen (en de definitie van een ‘samenleving’) juich ik toe, maar de vraag mag ook zijn óf werkgevers nog wel een partnerpensioen moeten toezeggen en of dat niet de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf is? En dat het wezenpensioen niet meer tot 30 maar tot slechts 25 jaar mag duren is terecht en leuk, maar verder natuurlijk ‘klein bier’.

Overheid is aan zet

Mijn visie van vorig jaar blijft verder dan ook volledig overeind: meer aandacht voor pensioen, eigen financiële planning en dus eigen verantwoordelijkheid voor employability & pensioen is nodig. De enige die daarbij nog niet echt meewerkt is de overheid. Zij mag alle individualiserings- en flexibiliseringsmogelijkheden dus wel eens versneld verruimen. Ik adviseer graag daarbij zodat ik het nog altijd aanwezige (te) vergaande ‘paternalisme’ uit het pensioensysteem krijg!

Deze column werd voor het eerst gepubliceerd in de InFinance-special Kansen & Visies 2021.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.