De schaarste op de woningmarkt raakt niet alleen starters. Ook een kwart van de doorstromers woont niet waar ze het liefst hadden willen wonen. Die mismatch heeft volgens Wim Flikweert, manager Wonen ING niet alleen met de beschikbaarheid van woningen te maken, maar ook met de bereikbaarheid van werk, de nabijheid van familie, etc.
Kantar TNS heeft in opdracht van ING onderzoek gedaan onder huurders die de intentie hebben om binnen twee jaar een huis te kopen én onder eigenaren van een koopwoning. In totaal hebben 1.149 respondenten in februari deelgenomen aan het onderzoek, van wie 692 koopwoningbezitters en 457 personen wonend in een huurwoning met koopplannen binnen nu en twee jaar.
Vanwege de prijs moeten potentiele kopers nu vaak in de huurwoning blijven waar ze zitten. Starters zijn genoodzaakt thuis te blijven wonen of tegen (hoge) prijzen te huren. Dat laatste gaat volgens Flikweert echter ten koste van het woongenot en de hoge lasten kunnen leiden tot financiële kwetsbaarheid. “Die kwetsbaarheid kan zo groot worden dat de stap naar een koopwoning mogelijk niet meer gemaakt kan worden.”
Lager vertrouwen
Het vertrouwen in de woningmarkt is in het eerste kwartaal van 2018 verder gedaald ten opzichte van voorgaande kwartalen in 2017. De totale WoonIndex komt uit op een stand van 109 punten, 4 punten lager dan het laatste kwartaal van 2017. De daling wordt met name veroorzaakt door de verwachting onder de respondenten dat het op dit moment een ongunstige periode is om een woning te kopen. Volgens de starters is het zelfs de afgelopen 10 jaar niet zo ongunstig geweest om een woning te kopen als nu.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
