Het vermogen van Nederlandse pensioenfondsen nam toe in 2024 als gevolg van positieve beleggingsrendementen. Over het gehele jaar daalde per saldo de rente. De verhoogde renteafdekking van de fondsen hield de dekkingsgraad in stand.
Het pensioenvermogen steeg in 2024 en de verplichtingen bleven grofweg gelijk. De eerste helft van het jaar steeg de rente, daarna kantelde het beeld, waarna de laatste maand van het jaar ook weer een stijging liet zien. De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in 2024 gestegen van 115% naar 116%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon.
Net als in 2023 kunnen veel pensioenfondsen over 2024 indexaties toekennen. De indexaties per 1 januari 2025 zullen minder fors zijn dan voorgaand jaar, omdat pensioenfondsen rekening houden met de transitie naar het nieuwe stelsel. Weinig fondsen maken gebruik van het transitie-FTK dat verruimde toeslagmogelijkheden biedt.
De grote pensioenfondsen hebben reeds aangekondigd of zij de pensioenen per 1 januari 2025 indexeren en zo ja, met hoeveel. ABP zit aan de hoge kant met 1,84%, BPF Bouw verwacht 0,75% te indexeren, PGB en PME respectievelijk 0,4% en 0,3%. PMT en PFZW indexeren niet. De inflatie over de periode oktober 2023 tot en met oktober 2024 is daarentegen 3,5%. Deze indexatie hebben deze pensioenfondsen al verwerkt in de dekkingsgraad eind 2024, waardoor de dekkingsgraden minder zijn gestegen.
Door de daling van het vermogen in december met circa 2%, was er per saldo sprake van een stijging van de dekkingsgraad van circa 1%, waarbij rekening is gehouden met een stijging van circa 1% van de pensioenverplichtingen veroorzaakt door de toegekende indexaties bij de grote pensioenfondsen.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.