Het Verbond gaat onderzoeken hoe vaak slachtoffers voor de tweede keer slachtoffer worden door kwalijke praktijken van belangenbehartigers. Het doet dit naar aanleiding van beantwoording van Kamervragen door demissionair minister Tamara van Ark over de afhandeling van het bloedbad in Alphen aan den Rijn en vragen over de afhandeling van medische schade.
Het Verbond: “Helaas herkennen wij het beeld dat uit de beantwoording door de minister blijkt dat er belangenbehartigers zijn die geen of onvoldoende informatie aanleveren waardoor vertraging ontstaat. Dit is niet in het belang van het slachtoffer. In de beantwoording wordt terecht aangegeven dat het belang van het slachtoffer voortdurende aandacht en inzet vraagt. Met het Nationaal Keurmerk Letselschade wil De Letselschade Raad zorgen voor een goede kwalitatieve belangenbehartiger van slachtoffers, ook zij hebben kwalijke praktijken op de agenda staan.”
Slachtofferhulp Nederland
Het Verbond zegt zich terdege te realiseren dat er ook veel goede belangenbehartigers met kennis van zaken zijn. “Om kwalitatief goede belangenbehartiging te waarborgen verwijzen Slachtofferhulp Nederland (en verzekeraars) slachtoffers daarom voor een gekwalificeerde belangenbehartiger altijd naar het Nationaal Keurmerk Letselschade (NKL). Wij vinden dat een goede eerste stap. Echter is dit nog niet voldoende, omdat inschrijving in het Keurmerk geen verplichting is. Daarom starten wij dit onderzoek.”
Onvermijdelijk
“Minister van Ark bevestigt bovendien in de beantwoording dat de lange duur van de afhandeling van letselschades veelal te wijten is aan onvermijdelijke, niemand na te dragen redenen, zoals medische eindtoestand, re-integratie of onduidelijkheid over de door het ongeval ontstane beperkingen. In een beperkt aantal zaken blijkt niet voortvarend handelen door de belangenbehartiger van het slachtoffer (14%) of verzekeraars (8%) mede een rol te spelen”, aldus het Verbond.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
