
Terwijl de eerste pensioenfondsen al zijn ingevaren, wil NSC ineens dat alle pensioendeelnemers zich via een referendum uitspreken of ze wel of niet willen invaren. “Het nu nog inbouwen van een referendum gaat tot verdere vertraging en onzekerheid leiden”, stelt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland.
“Waar wij moeite mee hebben”, zegt Driessen, “is de timing en waarover dan een keuze wordt voorgelegd. Het nu nog inbouwen van een referendum gaat tot verdere vertraging en onzekerheid leiden. De keuze tussen wel of niet overgaan naar het nieuwe stelsel is eigenlijk niet de echte keuze. Nieuwe opbouw moet namelijk in het nieuwe stelsel plaatsvinden en dat betekent dat voortzetten van het oude stelsel gevolgen heeft voor de kosten. Vanwege steeds oudere deelnemers zal dit ook impact hebben op bijvoorbeeld het beleggingsbeleid. Deelnemers zullen zich dus goed moeten realiseren wat het continueren van het oude stelsel betekent als ze deze keuze maken. Het was beter geweest als er twee jaar geleden tijdens de Wtp-wetsbehandeling over het inzetten van een referendum was gesproken.”
Overstap vooruitgeschoven
DNB heeft naar aanleiding van een uitvraag aan alle fondsen haar sectorbeelden gepubliceerd. Opvallend daarin is volgens Aon dat de voorziene piek voor overgang naar het nieuwe stelsel per 1 januari 2026 naar achteren verschuift. “Er komt ontzettend veel kijken bij de voorbereiding naar het nieuwe stelsel: naast het complete invaardossier voor DNB moet ook de pensioenuitvoerder op tijd gereed zijn. Dit zijn belangrijke redenen voor fondsen om later in de tijd over te gaan. Qua indiening van het invaardossier richt de meerderheid zich echter nog steeds op 1 juli 2025.”
Met name de evenwichtigheidsweging is volgens Driessen een onderwerp dat veel tijd en aandacht vraagt. “Wij sluiten niet uit dat er uiteindelijk nog verder doorgeschoven wordt. Maar het doorschuiven is niet zonder risico’s. Zo moet een risicopreferentieonderzoek iedere vijf jaar worden uitgevoerd en de transitiedatum verder in de toekomst leggen kan betekenen dat dat weer opnieuw moet, dus vooruitschuiven kan extra werk betekenen.”
Pensioenfondsen beginnen 2025 sterk
De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in januari gestegen naar 119%. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, steeg in januari naar 118%.Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon.
De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, kwam uit op 1,1%. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 1,5%. Door de stijging van het vermogen in januari met circa 1,5%, was er per saldo sprake van een stijging van de dekkingsgraad van ruim 3%.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.