Minister scherpt regels energiebesparende voorzieningen aan

0

De concept-wijzigingsregeling hypothecair krediet 2021 is ter consultatie aangeboden. Naast opvallende aanpassingen bij energiebesparende voorzieningen, gaat bij het bepalen van het financieringslastpercentage het tweede inkomen vanaf 2021 voor 90% meetellen bij hypotheken.

Marktpartijen kunnen tot 1 september reageren op de online consultatie van de concept-wijzigingsregeling hypothecair krediet 2021. Hierin worden de inkomenstabellen voor 2021 vastgesteld en enkele andere aanpassingen. Aanbieders van hypothecair krediet dienen de inkomenscriteria voor 2021 toe te passen bij het bepalen van de toegestane financieringslast.

Aanpassing energiebesparende voorzieningen

Op advies van Nibud heeft Minister Hoekstra van Financiën onder andere de definitie van energiebesparende voorzieningen aangepast. Vanaf 2021 is het uitgangspunt dat onder de energiebesparende voorzieningen alleen nog de voorzieningen zijn opgenomen waarvan de energiebesparing minimaal gelijk is aan de kosten van de investering, als die met hypothecair krediet wordt gefinancierd. De energiebesparende voorziening dient dus binnen 30 jaar te worden terugverdiend. Omdat dit volgens Nibud bijvoorbeeld niet het geval is bij zonneboilers, komen die niet meer in aanmerking. Bij de hoog rendement beglazing is in de concept-wijzigingsregeling verduidelijkt dat het ten minste dient te gaan om HR ++ glas. De hoogrendementsketel komt niet langer in aanmerking voor de extra leenruimte. De hoogrendementsketel is volgens de minister zodanig gemeengoed geworden dat vervanging kan worden beschouwd als onderhoud en niet als energiebesparende voorziening.

Voor een aantal voorzieningen is het alleen mogelijk om in combinatie met andere energiebesparende voorzieningen de investering in 30 jaar kan worden terugverdiend. In de concept-wijzigingsregeling worden hier voorbeelden van gegeven.

Tweeverdieners

Voor het verstrekken van een hypothecair krediet aan tweeverdieners kunnen aanbieders in lijn met een eerder afgegeven Nibud-advies vanaf 1 januari 2021 uitgaan van een financieringslastpercentage dat wordt berekend op basis van het hoogste toetsinkomen, vermeerderd met 90% van het lagere toetsinkomen. Het verschil in besteedbaar inkomen tussen twee- en eenverdieners neemt door belastingwijzigingen al enkele jaren toe en zal de komende jaren nog verder oplopen. In 2016 heeft het Nibud daarom voorgesteld om stapsgewijs het tweede inkomen meer mee te laten tellen door de afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting van de minst verdienende partner te volgen, om te bepalen welk percentage van het lagere toetsinkomen mag worden meegenomen bij het vaststellen van het financieringspercentage voor tweeverdieners. Vorig jaar werd de al een stap gemaakt van 70% naar 80%.

Wegingsfactor studielening

In de concept-wijzigingsregeling is tevens aangegeven welke wegingsfactor aanbieders dienen toe te passen bij studieleningen voor het bepalen van de financieringslast. De wegingsfactor wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde rente op studieleningen over de laatste vijf jaar. Op dit moment is de gemiddelde rente over de laatste vijf jaar 0%, zodat de wegingsfactor voor studieleningen met een looptijd van 15 jaar uitkomt op 0,65% en voor studieleningen met een looptijd van 35 jaar op 0,35%.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.