Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) verlaagt met ingang van 2020 de maximale wettelijke korting die zorgverzekeraars mogen geven voor een collectiviteit van 10% naar 5%. Ook mogen zorgcollectiviteiten van hem niet langer louter gebruikt worden als marketinginstrument.
De zorgverzekeringsmarkt is ondoorzichtig geworden en goed vergelijken is een haast onmogelijke opgave, schrijft Bruins in een brief aan de Tweede Kamer. “Het mes moet in het enorme aantal van 51.000 verschillende polissen. Daar wordt immers niemand beter van.”
Eenheidsworsten
Nederland telt 55 verschillende standaard basisverzekeringen en ongeveer 51.000 verschillende collectieve zorgverzekeringen. De minister wil dat zorgverzekeraars meer transparantie laten zien, onder andere door precies aan te geven op welke standaardpolis elke collectiviteit gebaseerd is. Bruins: “Het is goed dat er iets te kiezen valt, maar in de praktijk zien we dat er veel verschillende verpakkingen zijn om hetzelfde product. Concerns bieden via verschillende verzekeraars polissen aan die sterk op elkaar lijken en ook collectiviteiten verschillen niet van de gewone basisverzekering. Toch rekenen verzekeraars andere premies. Daarmee zijn verzekerden niet geholpen. Ik wil dat verzekeraars hun aanbod meer onderscheidend maken.”
Sigaar uit eigen doos
Volgens Bruins is de collectiviteitskorting veelal een sigaar uit eigen doos. “Het idee achter collectiviteiten is dat verzekeraars voor een specifieke groep verzekerden gericht bepaalde zorg inkopen. De besparing die hiermee in theorie gehaald kan worden, mag dan in de vorm van een korting van maximaal 10% worden teruggegeven aan deze groep verzekerden. In de praktijk blijkt van specifieke inkoop of zorginhoudelijke afspraken echter geen sprake. De korting wordt niet behaald door inkoopvoordeel, maar door een opslag op de oorspronkelijke premie. De korting is daarmee een sigaar uit eigen doos. Bovendien is de collectiviteit identiek aan de gewone verzekering, die zonder korting wordt aangeboden.”
De minister wil dat zorgverzekeraars een einde maken aan deze fictieve korting. Ook mogen zij collectieve zorgverzekeringen niet langer louter gebruiken als marketinginstrument. Om deze eis kracht bij te zetten halveert hij met ingang van 2020 de maximale wettelijke korting die zorgverzekeraars mogen geven voor een collectiviteit. Die gaat dan van 10% naar 5%.
Toezichthouder op scherp
De Nederlandse Zorgautoriteit zal intensiever controleren op de transparantie-eisen. Ook verplicht de Zorgautoriteit verzekeraars om duidelijk aan te geven op welke van de 55 ‘modelovereenkomsten’ een collectiviteit gebaseerd is. Het moet daarmee voor de verzekerden direct duidelijk zijn over welke polis het gaat. Op die manier kan de verzekerde eenvoudiger alternatieven vergelijken.
Collectiviteiten moeten blijven
In een reactie zeggen de zorgverzekeraars de oproep van de minister en van toezichthouders ter harte te nemen om de transparantie van hun polisaanbod verder te vergroten en de toegevoegde waarde van afzonderlijke polissen beter inzichtelijk te maken voor hun verzekerden. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) geeft daarbij aan dat de zorgverzekeraars het aantal polissen al heeft teruggebracht van 71 in 2015 naar 55 in 2018. Ook zijn er ‘tal van verbeteringen’ doorgevoerd. Zorgverzekeraars vinden het van belang collectiviteiten te kunnen blijven aanbieden. Deze kunnen volgens ZN voor betrokken groepen wel degelijk een duidelijke zorginhoudelijke meerwaarde bieden, bijvoorbeeld op het gebied van preventie.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
