Op 10 augustus gaat de maximale vergoeding die kredietaanbieders mogen vragen aan consumenten voor het lenen van geld tijdelijk omlaag van 14% naar 10%. Deze tijdelijk verlaging in verband met de gevolgen van COVID-19 was al in mei aangekondigd en is nu gepubliceerd in de Staatscourant.
Nederland kent een ten hoogste toegelaten kredietvergoeding op jaarbasis, waarbij de vergoeding is opgebouwd uit de wettelijke rente (momenteel 2%) en een opslag. De opslag is in 2006 voor het laatst verlaagd van 17% naar 12% en gaat nu naar 8 procentpunten. Door via regelgeving te borgen dat alle kredietaanbieders in deze crisistijd redelijke tarieven rekenen aan consumenten die in problemen komen door de coronacrisis, worden nu ook de instellingen hiertoe gedwongen die deze stap (nog) niet op eigen initiatief hebben genomen.
Er zijn op dit moment ongeveer 410 instellingen met een vergunning voor het aanbieden van consumptief krediet. Een deel daarvan zal volgens minister Hoekstra van Financiën niet door deze wijziging worden geraakt omdat zij al een opslag van maximaal 8% hanteren. Volgens het Nibud zijn het met name de aanbieders van creditcards met een gespreid betalen faciliteit en kleine goederenkredieten die geraakt worden.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
