Om overkreditering tegen te gaan wordt de methode die veel consumptief kredietverstrekkers gebruiken om te bepalen hoeveel iemand mag lenen aangescherpt. Volgens de AFM neemt de branche hiermee een belangrijke stap om te voorkomen dat mensen in problematische schuldsituaties terechtkomen.
De meeste kredietverstrekkers gebruiken een vaste methode, de leennormen, om inkomsten en lasten van mensen vast te stellen. Zo kunnen zij bepalen hoeveel krediet iemand maximaal mag hebben. Brancheorganisaties de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) hebben deze leennormen nu aangescherpt. Die aanpassing is tot stand gekomen met hulp van het Nibud en in goed overleg met de toezichthouder. De AFM houdt toezicht op naleving van leennormen.
Nauwkeuriger
Met de nieuwe leennormen moeten kredietverstrekkers de financiële positie van hun klant nauwkeuriger bepalen. Het krediet sluit dan beter aan op wat klanten financieel kunnen dragen. Afhankelijk van de situatie zullen mensen in de praktijk minder kunnen lenen. De AFM vindt dit een belangrijke stap om te voorkomen dat mensen in problematische schuldsituaties terechtkomen.
In een onderzoek naar verantwoorde kredietverstrekking legde de toezichthouder eerder verschillende tekortkomingen bloot binnen de markt. De AFM riep de NVB en VFN toen op hun leennormen te evalueren en verbeteren. Daaraan is met deze verscherping een invulling gegeven.
Open norm
Met hun leennormen geven de NVB en VFN invulling aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van verantwoorde kredietverstrekking. Mensen die geld willen lenen, moeten na het betalen van rente en aflossing voldoende overhouden voor de kosten van hun levensonderhoud en vaste lasten. Te veel lenen aan consumenten (of: overkreditering) is dan ook verboden.
De wettelijke verplichting is wel een open norm. Dat betekent dat kredietverstrekkers daar zelf invulling aan moeten geven. Kredietverstrekkers die zijn aangesloten bij de NVB en VFN gebruiken de leennormen van die organisaties. De AFM beschouwt deze leennormen als een minimale invulling van de open norm. Kredietverstrekkers die niet gebonden zijn aan deze leennormen kunnen zelf voor passende invulling zorgen, zolang deze dus minimaal dezelfde bescherming biedt aan klanten.
Toezicht op leennormen
In beide gevallen ziet de AFM erop toe dat kredietverstrekkers bescherming bieden tegen overkreditering. Om het speelveld voor alle kredietaanbieders gelijk te houden, laat de AFM weten hier nadrukkelijk toezicht op te houden.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
