Kifid wijst Koersplan-klacht af

0

Een consument die in 1995 een Koersplan-beleggingsverzekering afsloot is het oneens met het besluit van Aegon om hem geen aanvullende compensatie uit te keren. Hij beklaagt zich bij Kifid over ontijdige, onvolledige en onduidelijke informatie van de verzekeraar, de kostenstructuur en de orv-premie.

De Geschillencommissie van Kifid concludeerde onlangs in deze zaak dat de consument bij het aangaan van de beleggingsverzekering in april 1995 wel voldoende is geïnformeerd. In de uitspraak valt te lezen: “In de productdocumentatie die de consument heeft ontvangen stonden alle kosten vermeld. Daarmee is er tussen de consument en de verzekeraar wilsovereenstemming over het in rekening brengen van deze kosten. Wat betreft de premie voor de overlijdensrisicoverzekering oordeelt de Geschillencommissie dat het ervoor gehouden moet worden dat de premiehoogte redelijk is naar de maatstaven van 1995. Dit mede gelet op de doorgevoerde productverbeteringen en de eerder uitgekeerde compensatie.”

De zaak

Een consument sluit op 1 april 1995 een Koersplan-beleggingsverzekering af bij Aegon, een zogenoemd spaarkasproduct. Naast kapitaalopbouw op basis van beleggen dekt deze beleggingsverzekering ook het overlijdensrisico. De beleggingsverzekering is op 1 april 2010 geëindigd en tot uitkering gekomen. In 2011 heeft de verzekeraar aan de consument 711 euro uitgekeerd vanwege compensatie voor teveel betaalde overlijdensrisicopremie. Na toetsing van de beleggingsverzekering aan de ‘Regeling Spaarbeleg 2014’ heeft de verzekeraar de consument laten weten dat hij geen aanvullende compensatie ontvangt. De consument vindt dit onacceptabel. Hij beklaagt zich bij Kifid over ontijdige, onvolledige en onduidelijke informatie van de verzekeraar. Ook vindt de consument dat alle kosten onterecht in rekening zijn gebracht omdat hij geen inzicht had in die kosten. Daarnaast is volgens de consument de premie voor het afdekken van het overlijdensrisico te hoog geweest.

De uitspraak

Voor wat betreft de in rekening gebrachte kosten oordeelt de Geschillencommissie dat de verzekeraar heeft voldaan aan de in 1995 geldende informatieverplichtingen voor een beleggingsverzekering. De verzekeraar hoefde die kosten volgens de toen geldende Regeling informatieverstrekking aan verzekeringsnemers (Riav 1994) niet nader te specificeren. De Geschillencommissie concludeert dat in de aan de consument verstrekte productdocumentatie de kosten expliciet zijn vermeld. “De verzekeraar heeft niet meer of andere dan de genoemde kosten in rekening gebracht. Dit maakt dat over de kosten en inhoudingen sprake is van wilsovereenstemming tussen de consument en de verzekeraar”, zo blijkt uit de uitspraak. De verzekeraar heeft de kosten volgens de Geschillencommissie terecht in rekening gebracht.

De Geschillencommissie stelt verder vast dat de consument gedurende de looptijd van de beleggingsverzekering op meerdere momenten informatie heeft ontvangen van de verzekeraar, waaronder de jaarlijkse waarde-overzichten. Daarnaast heeft Aegon steeds gereageerd op tussentijds door de consument gestelde vragen. “De verzekeraar heeft gedaan wat hij moest doen. Van een schending van de zorgplicht door de verzekeraar is niet gebleken”, zo is op te maken uit de bindende uitspraak (GC 2021-1070).

Premie overlijdensrisico

In de productdocumentatie staat duidelijk dat het bij Koersplan gaat om een beleggingsverzekering met een dekking voor het overlijdensrisico. “Dat voor die dekking een premie moet worden betaald, mag bij een gemiddeld geïnformeerde en oplettende consument als bekend worden verondersteld”, stelt de Geschillencommissie. “Wanneer de hoogte van de orv-premie niet is vermeld, dan mag de consument verwachten dat de verzekeraar een redelijke orv-premie in rekening brengt. Dat is wat uiteindelijk bij de overlijdensrisicoverzekering van deze consument is gebeurd.”

De Geschillencommissie weegt mee dat in 2006 door Aegon productverbeteringen zijn doorgevoerd en dat de consument in 2011 een compensatie heeft ontvangen voor de te hoge overlijdensrisicopremie. Ook is deze beleggingsverzekering getoetst aan de Regeling Spaarbeleg 2014. Hierdoor is de uiteindelijk door deze consument betaalde overlijdensrisicopremie niet onredelijk naar de maatstaven van 1995, aldus de Geschillencommissie.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.