Kifid fluit InterBank opnieuw terug

0

InterBank moet van de Geschillencommissie van Kifid de rentecompensatie van twee consumenten opnieuw berekenen vanaf 1 januari 2005. Door een eerdere rechterlijke veroordeling tot betaling van een nog openstaande vordering op dit krediet, dacht InterBank hieraan te ontkomen.

In deze klachtzaak gaat het over een doorlopend krediet dat beide consumenten in november 2003 hebben afgesloten bij IDM Bank. Vanaf 2005 is IDM-Finance de kredietverstrekker, later overgenomen door Interbank. In mei 2020 begint Interbank met het compenseren van klanten met een doorlopend krediet voor mogelijk te veel betaalde rente. Dit naar aanleiding van uitspraken van de Commissie van Beroep van Kifid.

Hoewel de beide consumenten menen dat ook zij in aanmerking komen voor de compensatieregeling, wordt dit door de kredietverstrekker betwist. Deze beide consumenten zijn namelijk eerder bij verstek door de rechtbank veroordeeld tot het betalen van een nog openstaande vordering op dit krediet. Om die reden laat InterBank deze consumenten buiten de compensatieregeling.

Verkeerde inschatting

De consumenten beklagen zich hierover bij Kifid. Zij menen recht te hebben op compensatie en wel over de periode vanaf 1 januari 2005 en niet pas vanaf 1 januari 2008 zoals de compensatieregeling van InterBank vermeldt. De slotconclusie in deze zaak is (uitspraak GC 2022-0029) dat InterBank de rentecompensatie voor het doorlopend krediet van beide consumenten opnieuw moet berekenen op basis van de referentierente zoals weergegeven in het deskundigenrapport én vanaf 1 januari 2005. InterBank mag voor het meebewegen van het rentetarief uitgaan van aanpassingen per kwartaal. Wanneer uit de herberekening blijkt dat de consument meer heeft betaald dan de kredietverstrekker in rekening mocht brengen, dan moet InterBank de te veel betaalde rente terugbetalen.

Klachtbehandeling

InterBank stelde dat Kifid de klacht van beide consumenten niet inhoudelijk mocht beoordelen, omdat een rechter hierover al eerder heeft beslist. De Geschillencommissie stelt vast dat het geschil bij de rechtbank ging over de betalingsverplichting samenhangend met de overeenkomst voor het doorlopend krediet. Dat is volgens de commissie echter iets anders dan waar het in deze klacht over gaat: de ontwikkeling van de rentevergoeding voor het doorlopend krediet. Het eerdere vonnis is daarom volgens de Geschillencommissie geen belemmering om de klacht van deze consumenten te behandelen, laat staan reden om deze consumenten van de compensatieregeling uit te sluiten.

Wel of geen compensatie

Begin 2020 heeft de Commissie van Beroep geconcludeerd dat de rentereeks uit het deskundigenrapport (CvB 2019-005c) gebruikt moet worden als referentie voor de relevante marktrente. Ook voor beide consumenten in deze klachtzaak geldt volgens de Geschillencommissie dat zij mochten verwachten dat het rentetarief van hun doorlopend krediet gedurende de looptijd mee beweegt met de relevante marktrente en daarom hebben zij recht op compensatie.

InterBank stelt echter dat er geen recht op rentecompensatie is gedurende de periode dat de individuele kredietvergoeding lager is dan de referentierente. De Geschillencommissie ziet dit anders en houdt vast aan de eerder door de Commissie van Beroep uitgezette lijn. “Voor het recht op rentecompensatie maakt het niet uit of de kredietvergoeding hoger of lager was dan de referentierente. Ook terwijl de kredietvergoeding lager was dan de referentierente kan aan de consument te veel rente in rekening zijn gebracht. De individuele kredietvergoeding moet gedurende de gehele looptijd van het doorlopend krediet in de pas blijven met de referentierente.”

Referentierente ook vóór 1 januari 2008

InterBank heeft bezwaar tegen het gebruik van de referentierente zoals aangegeven in het deskundigenrapport. Die zou volgens de kredietverstrekker niet de reële gemiddelde marktrente weergeven vóór 1 januari 2008. De Geschillencommissie gaat hier niet in mee. “De referentierente is het gemiddelde van vergelijkbare rentes en kenbaar uit openbare bronnen. Het verloop van het gemiddelde weerspiegelt de beweging in de relevante markt. Voor het berekenen van de rentecompensatie moet de kredietverstrekker de referentierente gebruiken zoals weergegeven in het deskundigenrapport. De Commissie van Beroep heeft dit vorig jaar in enkele uitspraken (CvB 2021-0015 en CvB 2021-0021) opnieuw bevestigd. De argumenten van InterBank geven geen aanleiding om hiervan af te wijken. De kredietverstrekker dient de rentecompensatie voor het doorlopend krediet van beide consumenten te berekenen vanaf 1 januari 2005.”

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.