De lage verzekeringsgraad van ZZP-ers wordt keer op keer genoemd om de argumenten voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering te onderstrepen. Maar hoe dramatisch is het met die verzekeringsgraad gesteld? Frank Romijn, directeur AOV bij ASR (De Amersfoortse), staat stil bij die vraag in zijn visie op 2019.

‘Met name jonge ondernemers verzekeren zich niet of nauwelijks en verzekeraars slagen er niet (meer) in die doelgroep te bereiken.’

Column Frank Romijn, directeur AOV bij ASR (De Amersfoortse)

Waar zit die niet verzekerde ZZP-er?

De discussie rond de verzekerbaarheid van de ZZP-er was de laatste maanden van 2018 weer erg actueel, niet in de laatste plaats door het door werkgeversvereniging AWVN gelanceerde plan om een verzekeringsplicht voor het arbeidsongeschiktheidsrisico voor alle werkenden, werknemers én zelfstandigen, in te voeren. De lage verzekeringsgraad van ZZP-ers wordt daarbij keer op keer genoemd om de argumenten voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering te onderstrepen.

Er is heus wel reden tot enige zorg

Maar hoe dramatisch is het met die verzekeringsgraad gesteld? Een cijfer als “nog geen 20% van de ZZP-ers heeft een AOV” wordt te pas en te onpas opgevoerd. Maar kijken wij naar de reële cijfers dan ziet het beeld er toch wel wat genuanceerder uit, al is er heus wel reden tot enige zorg. De realiteit is echter dat veel ZZP-ers helemaal geen AOV nodig hebben. Omdat ze het zelfstandig ondernemerschap voor slechts één of twee dagen in de week uitoefenen en daarnaast een normale loondienstfunctie hebben. Of omdat ze op latere leeftijd, vaak na pensionering, ZZP-er zijn geworden en om die reden geen AOV nodig hebben. Of omdat ze voldoende spaargeld of een partner met inkomen hebben. Ook zijn er ZZP-ers, die -helaas- zo weinig verdienen dat er geen sprake is van een verzekerbaar belang. Kortom, de verzekeringspotentie is een stuk lager dan die op het eerste gezicht lijkt en daardoor is de verzekeringsgraad in werkelijkheid een stuk hoger dan 20%.

Waar zit de behoefte?

Maar werk aan de winkel is er wel degelijk. Met name jonge ondernemers verzekeren zich niet of nauwelijks en verzekeraars slagen er niet (meer) in die doelgroep te bereiken. Desinteresse, geen zorgen voor morgen en wantrouwen richting oude wereld zijn enkele mogelijk te benoemen oorzaken. Daar ligt echt een rol én een markt voor het intermediair. Maar dat betekent wel dat de tone of voice van die jonge ondernemer moet worden gesproken en de juiste middelen om hen te bereiken moeten worden ingezet.

Gebruik van social media, nieuw communicatiemiddelen en het werken met pakkende praktijkvoorbeelden zijn dan nodig om de jonge generatie, die vooral denkt in beelden, aan te spreken. Reden genoeg voor het intermediair om social media nauwgezet te volgen, daarop actief te zijn en bij te houden wat de jongere generaties drijft en bezighoudt.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.