Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vernietigt onherroepelijk de boetes voor de handelaren in de zaak Executieveilingen. Het CBb vindt dat niet is aangetoond dat de samenwerking tijdens executieveilingen steeds tot doel had om de prijsvorming te frustreren, maar wil niet dat dit alsnog wordt onderzocht.
In deze zaak legde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in 2011 en 2013 boetes op aan meer dan 70 handelaren op executieveilingen, voor betrokkenheid bij een systeem van verboden kartelafspraken in de periode 2000-2009. De boetes varieerden van 1.000 tot 383.000 euro. De rechtbank Rotterdam oordeelde in 2014 en 2016 dat deze boetes terecht waren. Wel verlaagde de rechtbank de boetes met 10%.
Het CBb stelt wel vast dat de handelaren bij ten minste 200 executieveilingen hebben samengewerkt om de prijsvorming te frustreren en daarmee de prijs voor het pand op de officiële veiling zo laag mogelijk te houden. Het CBb stelt tevens vast dat deze gedragingen mededingingsbeperkend zijn.
Eén voortdurende overtreding
Waar het CBp echter over valt, is dat de ACM de samenwerking tussen handelaren op ruim 2.300 executieveilingen heeft aangemerkt als één voortdurende overtreding. Het CBb vindt nu dat de ACM niet heeft aangetoond dat die samenwerking steeds tot doel had om de prijsvorming te frustreren. Het College is het daarom niet met de ACM eens dat er één voortdurende overtreding is. “Het College vindt bovendien dat een nadere analyse nodig was geweest om vast te kunnen stellen dat de mededingingsbeperkende gedragingen bij de ruim 200 executieveilingen een afzonderlijke voortdurende overtreding vormen. Maar het CBb geeft de ACM niet de kans om dit gebrek te herstellen”, aldus een teleurgestelde ACM in een reactie op de uitspraak.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
