In 2018 vertrokken met name gezinnen met kinderen jonger dan vier jaar en een hoger inkomen de grote stad. Het vertrekpercentage van jonge gezinnen uit de stad nam vanaf 2014 elk jaar toe, maar laat in 2018 een lichte daling zien. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van het CBS.
Uit alle vier de grote steden vertrokken meer gezinnen naar andere gemeenten dan andersom. In 2018 verhuisde 12% van de gezinnen met kinderen jonger dan vier jaar uit Amsterdam naar een andere gemeente. Uit Den Haag vertrokken de laatste jaren maar iets meer jonge gezinnen dan uit de middelgrote gemeenten, 6% in 2018. In Utrecht vertrok 9% en in Rotterdam 8%. De gezinnen verhuizen met name naar kleinere gemeenten in de regio. Amsterdam is de enige gemeente waaruit jonge gezinnen vaker vertrekken dan stellen tot 40 jaar zonder kinderen.
Tuin en woonruimte
Mogelijke redenen voor het vertrek van gezinnen uit de grote steden zijn volgens het CBS onder andere een tekort aan woonruimte of het ontbreken van een tuin. Uit het onderzoek WoON2018 van BZK en CBS blijkt dat gezinnen in de grote steden die geen tuin of (te) weinig kamers hebben vaker willen verhuizen dan gezinnen met een tuin of voldoende woonruimte. Van de gezinnen in de grote steden die een tuin hebben, gaf 12% in het onderzoek aan binnen twee jaar te willen verhuizen, zonder tuin was dat 29%. Gezinnen met een woning met meer kamers dan gezinsleden hadden minder vaak een verhuiswens (11%) dan gezinnen met minder kamers dan gezinsleden (39%). Amsterdamse gezinnen hebben niet alleen de minste woonruimte, zij hebben ook minder vaak een tuin dan gezinnen in andere gemeenten.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.
