
Voor het eerst heeft het ministerie van Economische Zaken in het mkb-indicatorbedrijvenonderzoek ook de financiële adviessector onderzocht. Die scoort het hoogst op regeldrukkosten. Dit komt met name voort uit sectorspecifieke regeldrukkosten, deze beslaan maar liefs 77% van het totaal aan regeldrukkosten.
De MKB-indicatorbedrijvenaanpak is een analyse-instrument om geldende verplichtingen, regeldruk en knelpunten op het niveau van de ondernemer in kaart te brengen en hiermee suggesties te doen voor reductievoorstellen. Uitgangspunt hierbij is dat wanneer de regeldruk van een verplichting voor een MKB-indicatorbedrijf wordt gereduceerd, dit doorwerkt voor alle bedrijven die aan deze verplichting moeten voldoen. Een mkb-indicatorbedrijf is een fictief bedrijf in een bepaalde sector waar zoveel mogelijk wet- en regelgeving voor geldt. Door deze wet- en regelgeving te analyseren wordt in kaart gebracht hoeveel tijd en geld ondernemers hieraan kwijt zijn. Ook wordt de werkbaarheid van regels onderzocht en bekeken of deze aansluiten bij de bedrijfsvoering. De resultaten helpen om effectief regels aan te pakken die slecht uitvoerbaar zijn. Het aantal mkb-indicatorbedrijven is dit jaar uitgebreid van 6 naar 9. De nieuwe onderzochte sectoren zijn de chemische maakindustrie, de automotive-sector en de branche voor onafhankelijk advies.
Op deze 9 indicatorbedrijven zijn 64 tot 80 wettelijke verplichtingen van toepassing, het merendeel hiervan is structureel. De regeldrukkosten per jaar komen voor de financiële adviessector uit op circa 98.000 euro, wat een bijzonder hoog bedrag is. In de chemische maakindustrie is dat circa 494.000 euro en in de automotive-sector circa 54.000 euro. Deze uitkomsten worden door de Ministeriële Stuurgroep Ondernemingsklimaat, Regeldruk en Uitvoerbaarheid gebruikt om regeldruk verder aan te pakken.
Onnodige werkdruk voor zijn
Nieuwe wetten en regels mogen niet zorgen voor een nog hogere regeldruk voor ondernemers. Minister Dirk Beljaarts van Economische Zaken: “Bedrijven zijn te veel tijd, geld en energie kwijt aan regeldruk. Het voorkomen van onnodige regeldruk bij ondernemers moet daarom al zo vroeg mogelijk meewegen bij nieuw beleid. Namelijk al op het moment van het maken van regelgeving op de ministeries. Specifiek zetten we nu een extra structurele stap voor de kleinste bedrijven. Zo moet altijd expliciet worden afgewogen of zij een uitzondering of lichtere verplichtingen kunnen krijgen.”
Wijzigingen in de Bedrijfseffectentoets
Op voorstel van minister Beljaarts past het kabinet de zogenoemde Bedrijfseffectentoets aan. De belangrijkste wijzigingen in de Bedrijfseffectentoets zijn:
- Bij rapportageverplichtingen gaat het ‘nee, tenzij’-principe gelden.
- Als er verplichtingen in wet- of regelgeving worden opgenomen, wordt het uitgangspunt dat ondernemers deze binnen de eigen mkb-onderneming moeten kunnen uitvoeren, ook in kleine ondernemingen.
- Er moet expliciet worden afgewogen of er een uitzondering of lichtere uitwerking moet gelden voor relatief kleine bedrijven met weinig personeel.
- De zoveel mogelijk ingevulde Bedrijfseffectentoets moet voorafgaand aan de advisering naar het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) worden gestuurd. Begin maart heeft de Tweede Kamer ingestemd met de permanente status en met meer bevoegdheden voor het ATR, waaronder de verplichting om het ATR structureel en vroegtijdig bij de voorbereiding van nieuwe regelgevingsvoorstellen te betrekken. Dit zal naar verwachting positieve gevolgen hebben op regeldruk.
- Met de vernieuwde Bedrijfseffectentoets wordt bij de nationale uitwerking van Europese regelgeving een lastenluwe implementatie de standaard en hiervan afwijken vraagt een duidelijke onderbouwing.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.