De dilemma’s van een langer leven

0

In het nieuwe Netspar Magazine wordt stilgestaan bij de uitdagingen die de stijgende levensverwachting met zich meebrengt voor arbeid en pensioen. Wat betekent een 100-jarig leven voor de manier waarop we ons werkzame leven en pensioen inrichten?

Rechtvaardiger als de pensioenleeftijd wordt gedifferentieerd op basis van opleidingsniveau of andere sociaaleconomische kenmerken

Casper van Ewijk, algemeen directeur Netspar: “100 jaar worden is al lang geen uitzondering meer. Dat we langer mogen leven vind ik een groot goed. Maar de stijgende levensverwachting maakt de vragen rondom de financiering van de oude dag steeds complexer. Wat betekenen die extra jaren voor de manier waarop we ons werkzame leven en pensioen inrichten? We krijgen meer tijd, maar we moeten ook langer werken dan wel meer pensioensparen. En dat betekent dat idealiter mensen ook eerder beginnen met nadenken over de financiële planning voor later. Langer werken is echter niet zomaar voor iedereen weggelegd en de verschillen in levensverwachting zijn hardnekkig. Dit roept vragen op over solidariteit tussen verschillende groepen, bijvoorbeeld tussen hoger- en lager opgeleiden.”

Andere uitgangspunten pensioenleeftijd

Volgens hoogleraar Johan Mackenbach krijgt het verschijnsel dat laagopgeleiden aanzienlijk korter leven dan hoogopgeleiden te weinig serieuze aandacht bij de herziening van het pensioenstelsel. De pensioenleeftijd ligt in Nederland rond het midden van deze eeuw naar schatting op 71 jaar. Dat is voor laagopgeleiden alleen haalbaar als hun gemiddelde levensduur even snel toeneemt als die

van hoogopgeleiden, en als de levensduur in goede gezondheid van deze groep extra snel toeneemt, zegt Mackenbach in het magazine. “Dat is een enorme uitdaging. Maar ook nu, met de voorziene stijging tot 67 jaar en drie maanden, is er al een fors knelpunt voor de laagopgeleiden. Het zou veel rechtvaardiger zijn als de pensioenleeftijd wordt gedifferentieerd op basis van opleidingsniveau of andere sociaaleconomische kenmerken.”

Pensioenpijlers

Maar er is ook ongelijkheid in de pensioenpijlers, stelt hij vast. “Laagopgeleiden genieten gemiddeld korter van hun pensioen dan hoog opgeleiden. De implicaties hiervan verschillen per pensioenpijler. Kort samengevat is de verdeling van het saldo van inleg en baten in de eerste pensioenpijler (de AOW) progressief en in de tweede pijler regressief. In de eerste pijler ontvangen laagopgeleiden relatief meer AOW, afgezet tegen de AOW-premie die ze hebben betaald. Hoogopgeleiden zijn hier ondanks hun langere levensduur enigszins in het nadeel, omdat ze vanwege hun hogere inkomen meer AOW-premie betalen. In de tweede pijler profiteren de hoogopgeleiden juist. De verdeling van het saldo van inleg en baten is gunstiger voor hen dan voor de laagopgeleiden. De hoogopgeleiden ontvangen langer pensioen terwijl ze ten opzichte van hun inkomen hetzelfde percentage hebben ingelegd.”

Lees hier het complete Netspar Magazine met als thema: Langer zullen we leven!

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.