In oktober kenterde het beeld van stijgende dekkingsgraden. Stabilisatie van de rentetarieven gecombineerd met een mindere prestatie op de aandelenmarkt resulteerde in een afname van de indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen, namelijk tot 121%.
Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, daalde in oktober eveneens en wel naar 119%.
Politiek landschap
Iedereen in pensioenland is inmiddels druk bezig met de overgang naar de Wtp. “De trein dendert in volle vaart”, zegt Frank Driessen (foto), CEO Wealth Solutions bij Aon Nederland. “Transitieplannen moeten 1 januari 2025 gereed zijn en rekening houdend met termijnen voor beoordeling door diverse gremia, staat de druk er momenteel flink op. Juist op dit moment ontstaat er onrust omdat in de aanloop naar de verkiezingen diverse partijen hun twijfels uiten bij bepaalde aspecten uit de Wtp. Zo wil NSC niet verplicht invaren en deelnemers laten instemmen hierover. Het verkrijgen van instemming van alle deelnemers/gepensioneerden is een bijna onmogelijke klus; het is een intensief traject met een ongewisse uitkomst.” Daarnaast maakt hij zich zorgen over de consequenties van het veranderen van de spelregels tijdens de rit, waar al heel veel in geïnvesteerd is door de sector.
Indexatie
De dekkingsgraad is weliswaar deze maand teruggelopen, maar staat er toch een stuk rooskleuriger voor dan in de afgelopen jaren. Driessen: “Dit betekent echter niet dat de gepensioneerde ook per 1 januari 2024 kunnen rekenen op een mooie indexatie. Daarvoor zijn twee redenen. Enerzijds is het prijspeil in oktober dusdanig gedaald dat er nu officieel sprake is van deflatie. Hoewel fondsen ruimte hebben in de dekkingsgraad, zal de maatstaf (ontwikkeling prijsinflatie) meestal niet tot indexatie leiden. De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), die nog een jaar verlengd is, biedt een mogelijkheid om toch wat te kunnen doen. Deze AMvB maakt het onder voorwaarden mogelijk iets te repareren van gemiste indexatie per 1 januari 2023. Het is echter de vraag of veel fondsen hier gebruik van maken.”
Buffers
Een ander aspect dat van belang is, is dat de overgang naar het nieuwe stelsel steeds dichter bijkomt. “We zien dat fondsen, ondanks de belofte van het nieuwe stelsel, toch relatief veel buffers moeten vormen”, zegt Driessen. “Naast het verplichte minimaal vereiste vermogen, moet er een operationele reserve zijn, een kostenreserve, mogelijk een solidariteits- of risicodelingsreserve en veelal ook een compensatiedepot. Als je dat allemaal bij elkaar optelt kan dat zomaar om 10-12% aan buffers gaan. Fondsen zijn daarnaast erg voorzichtig in de aanloop naar het nieuwe stelsel. Het is moeilijk uit te leggen dat er eerst geïndexeerd wordt en dat de dekkingsgraad vervolgens onder de benodigde invaardekkingsgraad zakt door economische omstandigheden. Fondsen lijken daarom liever een slag om de arm te houden.”
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.