Daling ‘buy-to-let’, stijging ‘keep-to-let’

0

Meer particuliere woningkopers houden de laatste jaren hun vorige woning vast als beleggingsobject (keep-to-let). Ongeveer 4% van alle transacties in de afgelopen 10 jaar werden aangehouden voor verhuur, terwijl rond de 6% van alle particuliere woningtransacties buy-to-let (kopen voor verhuur) was.

Dit en meer blijkt uit een onderzoek van het kadaster naar het fenomeen keep-to-let. Het was al algemeen bekend dat particuliere woningbezitters steeds vaker ervoor kiezen om een extra woning te kopen voor verhuur of als belegging, in plaats van er zelf in te wonen. Een minder bekende variant die momenteel aan een opmars bezig is, blijkt dus keep-to-let.

In de afgelopen 10 jaar werden ongeveer 62.000 woningen aangehouden voor keep-to-let en 75.000 woningen vielen ten prooi aan buy-to-let. Volgens het Kadaster wordt het verschil tussen deze twee vormen steeds kleiner, omdat keep-to-let heel licht oploopt en buy-to-let juist terugloopt. Een keep-to-let-woning ontstaat vooral wanneer twee personen samen een nieuwe woning kopen en een van deze personen de vorige woning niet verkoopt. De laatste keer dat woningbezitters hun vorige woningen langer vasthielden was tijdens de financiële crisis, maar dat kwam toen vooral omdat het niet lukte om de vorige woning snel te verkopen.

Onderzoeksresultaten

De gemiddelde leeftijd van keep-to-let-kopers is 46 jaar. Dat is vijf jaar ouder dan de gemiddelde leeftijd van alle andere particuliere kopers (41 jaar). Doordat een van de twee eigenaren vaak al beschikt over een koopwoning, gaat het niet om koopstarters. Die zijn meestal jonger. Over het algemeen verhuist een keep-to-let-eigenaar naar een woning die 25 tot 30 vierkante meter meer woonoppervlakte heeft. De aangehouden woning is relatief vaak een rijtjeswoning of appartement. Deze ligt meestal in een meer stedelijke en een iets goedkopere wijk dan de nieuwe woning. In 59% van de gevallen ligt de aangehouden woning in dezelfde gemeente als de nieuw gekochte woning. In nog eens 17% van de gevallen ligt de woning in dezelfde regio. Het prijsverschil tussen de woningen in de oude en nieuwe wijk kan oplopen tot gemiddeld ruim 30.000 euro.

Schaarste creëren op kopersmarkt

Er zijn volgens het Kadaster verschillende redenen aan te geven voor deze trend. De belangrijkste is wel het geringe rendement op sparen, terwijl dat van huurwoningen door lage hypotheekrentetarieven en forse prijsstijgingen in de huursector juist gunstig is. Op dit moment lijkt het bezit van woningen als beleggings- of huurobject ook voor de lange termijn gunstig, maar garanties zijn er niet. De komende decennia neemt het aantal huishoudens volgens prognoses nog verder toe en daarmee zal ook de vraag naar woningen nog verder oplopen. Daarbij komt de nieuwbouwproductie maar moeilijk op gang.

“Het bezit van een beleggingswoning is hiermee steeds meer een asset geworden; een zekerheid voor de lange termijn. Nadat we een groei zagen van het aantal gekochte particuliere beleggers-woningen, zien we nu ook de ontwikkeling dat particulieren vaker woningen vasthouden, dus na aankoop van een andere woning de vorige niet meer doorverkopen. De beschikbaarheid van koopwoningen in de voorraad neemt daarmee verder af. Dit kan de doorstroming belemmeren en geleidelijk de schaarste op de koopwoningenmarkt vergroten, met mogelijk verdere prijsstijgingen als gevolg”, aldus het Kadaster.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.