CFD-voorzitter Herdink maakt zich grote zorgen over de ‘grote stappen snel thuis’ aanpak van CDA-minister Hoekstra op het provisiedossier. De onderzoeksrapporten ‘evaluatie provisieverbod’ kenmerken zich volgens CFD door halve waarheden. “Los van elkaar geven de onderzoeken duidelijke signalen af, dat nader onderzoek en duiding nodig is om tot echte inzichten te komen.”
Wordt aan deze oproep geen gehoor gegeven dan vreest CFD dat het onafhankelijk financieel advies in Nederland een speeltje wordt voor de goedgeletterden en mensen met hogere inkomens. CFD merkt op dat vooral het Decisio onderzoek de cijfers (harde feiten) niet boven tafel heeft gekregen. Het CentERdata onderzoek biedt volgens de CFD daarentegen op belangrijke onderdelen wel duidelijke resultaten. “Het gecombineerde resultaat leidt tot grote vraagtekens of het provisieverbod wel terecht is ingevoerd. De minister is echter van mening dat op basis van wat er nu op tafel ligt wel degelijk vestrekkende conclusies getrokken kunnen worden.”
Te weinig respondenten
Een van de zaken die de CFD direct is opgevallen in het Decisio onderzoek is het lage aantal respondenten. “Slechts 259 zelfstandig adviseurs (excl. 74 ketenadviseurs) hebben deelgenomen aan het onderzoek. CFD ziet dit als een herbevestiging van het zeer geringe vertrouwen dat de sector momenteel heeft in onze beleidsmakers. Dat zouden de betrokkenen zich zeer moeten aantrekken, zeker ook gelet op het centrale thema van dit kabinet (herstel van vertrouwen).”
Het stoort de CFD ook dat concrete inzichten in de gesprekken die vervolgens zijn gehouden met stakeholders en de uitkomsten daarvan niet in het rapport zijn opgenomen. “Hierdoor krijgt dit rapport een meer beschouwende, persoonlijk gekleurde vorm. Precies waar CFD bang voor was.”
Op punten positief
De CFD heeft ook een aantal positieve zaken ontdekt in de rapportages. “Ruiterlijk wordt toegegeven dat er vele factoren zijn die de advieskwaliteit/cultuuromslag waarschijnlijk veel meer hebben beïnvloed, zoals bijvoorbeeld de AFM-adviesleidraden, vakbekwaamheidseisen en moderne adviessoftware). Hierdoor is het onmogelijk om vast te stellen of het provisieverbod heeft bijgedragen aan de kwaliteit.”
En: “Decisio onderkent dat er haal- en brengproducten bestaan, dat het DVD zinloos is, dat consumenten korte termijndenkers zijn en waarschijnlijk nooit financieel intelligent willen worden, dat de wetgeving verstikkend werkt op de kwaliteit en creativiteit van dienstverlening (het ‘better safe than sorry’ syndroom), dat de kennis- en ervaringstoets bij execution only een lachertje is, dat in het buitenland (zelfs UK) de praktijk is dat de klant de beloning bepaalt en dat dit ook provisie mag zijn, dat door de driejaarlijkse examenplicht de instroom van jongeren en nieuwe ondernemers opdroogt, dat het kostprijsmodel van aanbieders rammelt en dat de huidige diverse beloningsmodellen tot enorme verwarring leiden. Allemaal conclusies die in het CFD-boek Provisie 2.0 ook zijn getrokken.”
Halve waarheden
In de conclusie van Decisio dat het provisieverbod goed is geabsorbeerd door de markt. Dat er nauwelijks verschuivingen in de distributie zijn, het aantal kantoren dat stopt niet significant is gestegen na het provisieverbod en dat het aandeel van advieskantoren in nieuwe productie stabiel is, kan CFD zich geenszins vinden. “Dit is de halve waarheid. De praktijk laat op veel fronten een volstrekt afwijkend beeld zien en het consumentenonderzoek van CentERdata geeft ook andere signalen af.”
Volgens het CFD is in de jaren na het provisieverbod de latente behoefte aan advies juist ‘gigantisch’ toegenomen. “De overheid legt steeds meer verantwoordelijkheid bij de burger, pensioenfondsen doen hetzelfde, het nabestaandenpensioen zit in alarmfase rood en de ZZP-markt is geëxplodeerd. Dit had zich moeten manifesteren in een enorme scheefgroei in vraag naar adviseurs en de beschikbaarheid daarvan, maar ook in een sterke groei in de afzet van financiële producten. Het is echter de dagelijkse praktijk dat adviestrajecten worden afgebroken omdat de kosten als te hoog worden gezien, dit probleem doet zich vooral voor bij brengproducten. De reden waarom consumenten dit doen gaat veel dieper dan het simpelweg aantonen van toegevoegde waarde.”
Positiever over CentERdata
De resultaten uit het onderzoeksrapport van CentERdata worden volgens de CFD sterk beïnvloed omdat hierin alleen is gekeken naar hypotheken, ORV’s en AOV’s. Een aantal brengproducten zijn bijvoorbeeld buiten het onderzoek gelaten.
De CFD ziet in de uitkomsten van dit onderzoek onder andere een bevestiging dat een adviseur zeer goed in staat is zijn/haar toegevoegde waarde aan te tonen en dat de kwaliteit van de dienstverlening op een hoog niveau staat. “Dit is interessant omdat het Decisio rapport concludeert dat adviseurs hier juist heel veel moeite mee hebben.”
Ultieme oplossing is CAR
Omdat CFD het ook belangrijk vindt om naast kritiek ook altijd met een oplossingsrichting te komen, wijst zij alle belanghebbenden op CAR. De Customer Agreed Renumeration. In zijn meest pure vorm kan een klant bij CAR kiezen tussen een beloning die betaald wordt door de aanbieder (en verwerkt wordt in de prijs over de looptijd) of voor directe betaling. CFD: “Met CAR in Nederland wordt, indien er vaste beloningen gelden voor alle soorten adviseurs, direct de prijsdiscriminatie opgelost, kan het kostprijsmodel afgeschaft worden, is toegang tot advies weer voor iedereen beschikbaar, betaalt de aanbieder voor acquisitiekosten en niet de klant zelf, komt de kwalitatieve oversluitmarkt weer van de grond en opent Nederland weer de deuren voor buitenlandse aanbieders van brengproducten. De voordelen zijn zo duidelijk, het is alleen een kwestie van een mindshift bij de beleidsmakers.”
De Black Paper ‘Evaluatie Provisieverbod’ van de CFD is hier in zijn geheel na te lezen.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.