ASR moet ingehouden poliskosten terugstorten

1

ASR moet de ingehouden poliskosten terugbetalen aan een echtpaar dat in 2001 een Falcon LevensPlan afsloot. Volgens de Commissie van Beroep van Kifid is de vermelding ‘poliskosten zullen maandelijks aan de verzekering worden onttrokken in verband met administratiekosten’ niet duidelijk.

Het echtpaar sluit de beleggingsverzekering met een looptijd van 27 jaar destijds bij een rechtsvoorganger van ASR. In 2011 en 2012 heeft de verzekeraar het echtpaar in brieven laten weten dat zij de verzekering over konden sluiten naar een ander product. Het echtpaar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Wel hebben zij zich bij Kifid onder meer beklaagd over de gebrekkige informatie vooraf en over kosten, die volgens hen door de verzekeraar onterecht in rekening zouden zijn gebracht.

Uitspraak

In navolging van de Geschillencommissie (GC 2016-529) oordeelt de Commissie van Beroep dat ASR het echtpaar vóór het afsluiten van de beleggingsverzekering naar behoren heeft geïnformeerd over beleggingstechnische kosten, de investeringskosten en de eerste kosten. Anders is dat voor de poliskosten. De Commissie van Beroep concludeert, in afwijking van de uitspraak van de Geschillencommissie, dat de vermelding ‘poliskosten zullen maandelijks aan de verzekering worden onttrokken in verband met administratiekosten’ niet toereikend is.

In een overeenkomst moet op een transparante manier uitgelegd worden hoe het mechanisme van de poliskosten, het zogenoemde beding, werkt. Op basis van de overeenkomst in deze zaak stelt de Commissie van Beroep vast dat de economische gevolgen van het beding door genoemd echtpaar niet goed ingeschat konden worden, omdat verzekeraar de concrete werking van het mechanisme van het betreffende beding niet transparant heeft uitgelegd. In de uitspraak staat onder andere dat er op geen enkele manier wordt toegelicht wat er onder de poliskosten valt en welke factoren de hoogte van de poliskosten bepalen. Dit brengt de Commissie van Beroep tot het oordeel dat het beding van de poliskosten niet duidelijk en begrijpelijk is, zoals de Europese richtlijn ‘oneerlijke bedingen’ voorschrijft.

In strijd met goede trouw

Het beding over de poliskosten is bovendien in strijd met de wettelijk vereiste goede trouw, zo oordeelt de Commissie van Beroep van Kifid. “De hoogte van de poliskosten stonden op voorhand niet vast en de verzekeraar kon de poliskosten eenzijdig vaststellen. Ook staat tegenover de poliskosten geen rechtstreekse tegenprestatie van de verzekeraar, terwijl deze kosten een negatief effect hebben op het beleggingsresultaat voor deze consumenten. Redelijkerwijs kon de verzekeraar er niet van uitgaan dat consumenten het beding over de poliskosten hadden geaccepteerd, als hierover op een eerlijke en billijke manier was onderhandeld.”

Het beding is dan ook oneerlijk en daarom niet van toepassing, concludeert de Commissie van Beroep. ASR moet de ingehouden poliskosten vermeerderd met de wettelijke rente terugbetalen aan het echtpaar. Daarnaast moet de verzekeraar de kosten voor rechtsbijstand en de bijdrage voor de beroepsprocedure vergoeden.

Consumentenbescherming

De Commissie van Beroep volgt daarmee de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie als het gaat om de Europese richtlijn ‘oneerlijke bedingen voor consumentenovereenkomsten’. Voor de afweging waren ook de Regeling informatieverstrekking aan verzekeringnemers uit 1998 (Riav 1998) en de door het Verbond van Verzekeraars opgestelde Code Rendement en Risico 1998 (CRR 1998) van belang.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.