Aon: ‘Snel duidelijkheid over transitieperiode’

0

De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in april gestegen van 108 naar 109%. Vooral de stijgende rente leidde tot dalende verplichtingen. Met de stijgingen van februari, maart en april zitten de dekkingsgraden flink in de lift. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon. De pensioenverzekeraar pleit ervoor dat er voor het nieuwe pensioenstelsel snel duidelijkheid komt over de transitieperiode.

De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, is gestegen naar 98%. Deze dekkingsgraad ligt boven het aangepaste tijdelijke wettelijk vereiste minimum van 90%. Frank Driessen (foto), chief executive officer van Aon Retirement Solutions: Ömdat 98% een gemiddelde betreft, zullen er ook fondsen zijn met een lagere beleidsdekkingsgraad. Met de stijgingen van de afgelopen drie maanden lijken de meeste fondsen uit de gevarenzone te zijn.”

Spannend

Driessen: “Met een gemiddelde dekkingsgraad van 109% lijken de meeste fondsen uit de gevarenzone. Voor de grote fondsen is het echter nog spannend. Zij maakten recent hun kwartaalcijfers bekend. ABP stond eind maart op een actuele dekkingsgraad van 100,5% en Zorg en Welzijn op 97,9%. PMT en PME noteerden respectievelijk 98,8% en 101,7%. Deze vier fondsen schommelen nog rond de 100% en hier blijft het spannend. BPF Bouw daarentegen staat er goed voor met een dekkingsgraad van 117,3%.”

Rente kan zo weer dalen

De stijgende dekkingsgraden worden veroorzaakt door goede aandelenresultaten én stijgende rente. “Als de inflatieverwachtingen niet uitkomen, kan de rente zo ook weer dalen”, zegt Driessen. “Dan kunnen de dekkingsgraden weer de andere kant op bewegen. Het blijft dus spannend. Ook de relatief hoge aandelenkoersen moeten bewaarheid worden. De fondsen krijgen daarnaast de komende jaren nog de verder dalende UFR voor hun kiezen, wat per saldo zomaar 5% daling van de dekkingsgraad op totaalniveau kan betekenen. Toch zijn wij voorzichtig positief over het ingezette herstel.”

Nieuw pensioenstelsel

Driessen: “De druk om vaart te maken met het nieuwe stelsel lijkt wat weggenomen te worden door de recente ontwikkelingen. De verwachting is dat demissionair minister Koolmees binnenkort kenbaar maakt dat de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen later dan 1 januari 2022 wordt ingevoerd. Echter, nu de kortingen afgewend lijken, zijn nog niet alle punten die gewenst waren ook opgelost. Een grote wens van de gepensioneerden is indexatie en die is al jaren niet aan de orde. Met het nieuwe stelsel worden meevallers direct uitgedeeld en in de transitieperiode mag, als daarvoor gekozen wordt, ook eerder geïndexeerd worden. Wij pleiten ervoor dat er met name snel duidelijkheid komt over de transitieperiode. Deze was beoogd om 1 januari 2022 in te gaan en fondsen bereiden zich daar nu op voor. Het is dus van groot belang dat helder is welke spelregels dan gelden en welke keuzes dit jaar nog gemaakt moeten worden.”

Pensioenfondsen oriënteren zich

De periode totdat het nieuwe pensioenstelsel volledig is ingevoerd, lijkt ruim; per 1 januari 2026 moeten alle fondsen en werkgevers overgestapt zijn. Per 1 januari 2024 moeten er echter al besluiten genomen worden over de regeling, het type contract en het invaren. Om deze keuzes gefundeerd te maken, is er veel werk aan de winkel en is het van belang om nu al te oriënteren. Driessen: “Wij zien dat veel fondsen en werkgevers zich aan het oriënteren zijn over de keuzes die straks gemaakt moeten worden. Dat vinden wij verstandig en daarom is het extra van belang dat er snel duidelijkheid komt over zaken die nu niet uitgewerkt zijn in de stukken.”

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.