Aon: ‘Dekkingsgraden pensioenfondsen stabiliseren’

0

De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is gestabiliseerd op een niveau van 109%. De rente bleef in mei nagenoeg stabiel en ook in de beleggingsportefeuille veranderde er weinig. Na de vlucht van de dekkingsgraden in het eerste deel van dit jaar, lijken deze nu te stabiliseren.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon. Frank Driessen (foto), chief executive officer van Aon Retirement Solutions: “De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, is gestegen naar 100%. Deze dekkingsgraad ligt boven het aangepaste tijdelijke wettelijk vereiste minimum van 90%. Omdat 100% een gemiddelde betreft, zullen er ook fondsen zijn met een lagere beleidsdekkingsgraad. Met de stijgingen van de eerste vier maanden van het jaar lijken de meeste fondsen uit de gevarenzone te zijn.”

Nieuwe pensioenstelsel

Driessen: “Met de brief van 10 mei van minister Koolmees wordt de invoering van het nieuwe pensioenstelsel één jaar opgeschoven. De wetgeving moet uiterlijk 1 januari 2023 gereed zijn. Hiermee lijkt de druk voor het nieuwe pensioenstelsel van de ketel. Maar wij adviseren fondsen en werkgevers met klem om toch door te gaan met de oriëntatie. Er moeten straks veel keuzes gemaakt moeten worden en in een dergelijk omvangrijk besluitvormingstraject is zorgvuldigheid van belang.”

Twee contracten

“De afgelopen maand is in de pensioenmedia veel te doen geweest over de twee contracten. Waar de bonden zich uitspraken voor het nieuwe pensioencontract (NPC), bepleiten de adviseurs de meerwaarde van het WVP+. Aon stelt dat het van belang is om een gedegen afweging te maken tussen de twee contracten, waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve criteria een rol spelen”, zegt Driessen.

Welvaartswinst

Uit de berekeningen van Aon blijkt inderdaad dat er sprake is van welvaartswinst door het opheffen van de leenrestrictie en het vormen van een solidariteitsreserve. “Deze welvaartswinst is echter beperkt. De verschillen zijn voor jongeren niet groot, maar hangen ook sterk af van de specifieke casus en de uitgangspunten. Als er meer geleend wordt, zullen de resultaten ook navenant hoger liggen en vice versa. Het belangrijkste is dat het contract past bij de deelnemer, zowel qua risicohouding, alsook qua gewenste mate van solidariteit en individuele keuzevrijheid. Dit zullen sociale partners met elkaar moeten vaststellen. Wij adviseren om voldoende tijd te nemen voor deze afwegingen en de deelnemer hierbij niet uit het oog te verliezen”, zegt Driessen.

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.