Aon: ‘Dekkingsgraden lopen weer op in april’

0

Na een tegenvaller in maart krabbelen de dekkingsgraden in april weer op. De pensioenfondsen hadden in april baat bij de gestegen rente. Het vermogen bleef gelijk. De rentestijging in april zorgde ervoor dat de indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen steeg naar 119%. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, daalde in april naar 120%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon.

Het is de bedoeling dat de Wtp nog door de huidige Eerste Kamer behandeld wordt in de maand mei. Zoals het ernaar uitziet, hebben de partijen die de wet steunen een meerderheid, maar het is nog geen gelopen race. Zo is er veel kritiek op het nieuwe stelsel. “Wij begrijpen dat er veel kritiek is op de wet, maar denken ook dat het ‘point of no return’ is bereikt”, zegt Frank Driessen (foto), CEO Aon Wealth Solutions Nederland. “Dat betekent niet dat wij vinden dat alle kritiek terzijde moet worden geschoven. Sommige punten zijn terecht en zinvol om mee te nemen. Zoals bijvoorbeeld het invaren en het nabestaandenpensioen. De complexiteit van het invaren en het gegeven dat individuele instemming niet is toegestaan zou kunnen leiden tot situaties dat pensioenfondsen niet direct gaan invaren. Met betrekking tot het nabestaandenpensioen kunnen situaties ontstaan dat deelnemers wegens de eerbiedigende werking enorm hoge rechten kunnen verkrijgen. En dat het allemaal nog lastig te volgen is, onderschrijven wij ook. Maar dat heeft zo zijn redenen en achtergronden. Het is daarom van belang dat deelnemers goed geïnformeerd worden en begeleid worden bij de transitie. Wij pleiten ervoor dat deelnemers het recht krijgen op een persoonlijk gesprek om geïnformeerd te worden over hun persoonlijke pensioensituatie.”

Nieuwe set vraagt om een winstwaarschuwing

Recent is naast de reguliere economische P-set voor de haalbaarheidstoets een P-set gepubliceerd op basis van het advies van de commissie Parameters. Driessen: “Wij hebben inmiddels berekeningen gemaakt met deze set en de uitkomsten voor de overgang naar het nieuwe stelsel zijn op basis van deze set toch een stuk minder rooskleurig. We zien nog wel dat de meeste deelnemers erop vooruit gaan bij de overgang naar het nieuwe stelsel, maar de verbeteringen zijn minder groot dan bij de eerdere sets. Verbeteringen ontstaan door het uitdelen van de buffers, het beleggen via het life cycle principe en de overgang naar het projectierendement. De afschaffing van de doorsneepremie daarentegen levert een nadeel op. De nieuwe set kent een dalende rente in de eerste jaren en een wat lager aandelenrendement. Bij het hanteren van de nieuwe set moet dus een winstwaarschuwing worden afgegeven. Het is ons inziens verstandig snel naar deze set over te stappen, zodat besluitvorming niet op te rooskleurige cijfers plaatsvindt. Fondsen doen er daarnaast goed aan voor de evenwichtigheid van de besluitvorming een matrix op te stellen met gevoeligheden voor bijvoorbeeld rente, aandelenrendementen en dekkingsgraden.”

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.