
Bij aanbieders van niet onder toezicht vallende non-bancaire financieringsvormen staat het belang van de ondernemer nog onvoldoende centraal, concludeert de AFM na onderzoek. De toezichthouder betwijfelt zelfs of zelfregulering de kwetsbaarheid van kleine ondernemers genoeg zal verkleinen.
Mede door strengere eisen voor bancair krediet kiezen kleine ondernemers steeds vaker voor alternatieve financieringsvormen zoals factoring, equipment lease, flitskredieten en crowdfunding. Dat de ondernemer daarbij vooral zelf lijkt te moeten bepalen of zijn financieringsbehoefte verantwoord is, was voor de AFM aanleiding om deze markt – die niet onder het AFM-toezicht valt – beter in kaart te brengen. “Alternatieve kredietaanbieders gaan daarmee voorbij aan de kwetsbare situatie van kleine ondernemers, zeker als deze in zwaar weer zitten. Zij kunnen dan extra moeilijk een objectieve afweging maken tussen de extra risico’s en kosten van een lening en de levensvatbaarheid van hun bedrijf. Niet zelden staan kleine ondernemers bovendien persoonlijk garant. Dit is een extra punt van zorg”, aldus de toezichthouder.
Weinig tot geen financieel toezicht
Eind 2019 gaf Stichting MKB Financiering (SMF) aan dat één op de vijf kleinzakelijke financieringen (tot 1 miljoen euro) door het non-bancaire segment worden verstrekt. De SMF verwacht dat vanaf 2023 het non-bancaire segment voor kleinzakelijke financieringen zelfs groter is dan het bancaire kanaal.
Er is echter weinig tot geen financieel toezicht op non-bancaire aanbieders van zakelijke financiering en hun bestuurders. AFM: “Anders dan bij consumentenkrediet, heeft de AFM geen mandaat om toezicht te houden op zakelijke kredietverlening. Naast de AFM, houdt ook De Nederlandsche Bank (DNB) toezicht op de financiële sector. In tegenstelling tot partijen die onder een bankvergunning opereren, geldt dat DNB ook geen prudentieel toezicht houdt op non-bancaire aanbieders van zakelijke financiering en hun bestuurders bijvoorbeeld dus ook niet getoetst worden op geschiktheid en betrouwbaarheid. Dit vrije speelveld voor non-bancaire financiering kan een kleine ondernemer in een precaire positie brengen. Bij een conflict of bij teleurstelling in voorwaarden, kosten of de werking van het product is hij bovendien al snel aangewezen op een gang naar de civiele rechter. Als de aanbieder is aangesloten bij SMF, kan de ondernemer met zijn klacht ook naar het Kifid toe.”
Crowdfunding vormt overigens een uitzondering op dat vrije speelveld. Daar heeft de AFM wel een toezichtsrol. In die rol staat echter niet bescherming van de ondernemer, maar van de investeerder centraal.
Bizar hoge kosten
Eenmanszaken en zzp’ers hebben volgens de AFM vaak maar beperkte financiële kennis – vergelijkbaar met consumenten – en beschikken niet altijd over voldoende middelen om goed advies in te winnen. De coronacrisis en daarmee de soms acute behoefte aan financiering, vergroot deze kwetsbaarheid nog eens.
Hoewel het verklaarbaar is dat de kosten van non-bancair krediet hoger zijn, kwam de AFM kostenpercentages tegen van gemiddeld 126% bij kleine kortlopende kredieten, met uitschieters naar 400%. AFM: “Dat is excessief. De kostenstructuur wordt bovendien vaak onduidelijk toegelicht met gebrekkige informatie over de voorwaarden. Kleine lettertjes in offertes en overeenkomsten lijken niet ongebruikelijk.”
Zelfregulering
Toegang tot financiering is belangrijk voor het mkb en de groei van non-bancaire financieringsvormen draagt daaraan bij, stelt de AFM vast. “Maar het belang van de ondernemer staat bij aanbieders nu onvoldoende centraal. Dit wordt niet opgelost door een goed functionerende adviesmarkt. Zelfregulering is bovendien nog erg versnipperd, relatief weinig partijen sluiten zich daarbij aan en ambitieuze gedragsnormen en controle op naleving daarvan ontbreken meestal. De AFM heeft twijfels bij het animo en vermogen van de sector om zelfregulering naar een voldoende hoog niveau te tillen, goede initiatieven van onder meer Stichting MKB Financiering ten spijt.”
Uniforme kostenmaatstaf
Omdat betere zelfregulering en meer zelfredzaamheid van de kleine ondernemer vermoedelijk onvoldoende soelaas zullen bieden, is het volgens de AFM wenselijk dat beleidsmakers en de sector ook naar andere mogelijkheden kijken om kleine ondernemers te beschermen. Bijvoorbeeld een maximale kredietvergoeding. “Ook een uniforme kostenmaatstaf kan interessant zijn, omdat die de markt transparanter en beter vergelijkbaar maakt. Er is wel meer onderzoek nodig om te bepalen of dergelijke maatregelen noodzakelijk en proportioneel zijn. De AFM is daarvoor vanwege het ontbreken van een wettelijk mandaat overigens niet de aangewezen partij”, besluit de toezichthouder.
Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.