Spreek de taal van je pensioenklant

0

De draai van DB- naar DC-regelingen, in combinatie met een laag pensioenbewustzijn onder de deelnemers, baart Arthur van der Wal, Directeur Pensioen bij Nationale-Nederlanden, grote zorgen. “Hiermee verschuift een stuk verantwoordelijkheid van de werkgever naar het individu, de werknemer. Maar voor hen is het individuele pensioenvraagstuk een stuk onontgonnen terrein.”

‘Pensioen is iets voor later. Dat klopt, maar dan moet je het nu wel goed regelen.’

Een werkgever kiest vaker voor de beschikbare premieregeling, ofwel DC-regeling (defined contribution), omdat het gegarandeerde pensioeninkomen dat kenmerkend is voor de DB-regeling (defined benefit) voor veel werkgevers te duur wordt. “We gaan dus steeds meer naar een individuele en gepersonaliseerde pensioenregeling. Hierdoor zal de behoefte aan advies alleen maar toenemen. Als pensioenaanbieder is het onze taak om deelnemers goed te informeren en te communiceren, maar laat helder zijn: advies geven wij niet. Daar liggen echt de kansen voor het intermediair.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Deelnemers beseffen vaak niet dat een fulltime werknemer gemiddeld één dag in de week voor zijn pensioenopbouw werkt. Het gaat dus om serieus veel geld. Als je het op die manier concreet kunt maken, krijgen mensen er een beeld bij en zullen ze het eerder begrijpen. Het pensioenbewustzijn is ondanks alle inspanningen nog steeds veel te laag. We hebben als sector de maatschappelijke verantwoordelijkheid om het pensioenbewustzijn van werknemers te vergroten en hen te helpen bij het maken van keuzes.”

Om werkgevers en werknemers op dit vlak succesvol in beweging te krijgen, moeten partijen gezamenlijk met elkaar optrekken, bepleit Van der Wal: “In eerste instantie de werkgever en de ondernemingsraad die de keuze voor een pensioenregeling maken. Hierbij is het advies van het intermediair als pensioenspecialist heel belangrijk. Als op basis van dit advies een regeling is gekozen, moeten de deelnemers worden geïnformeerd over de verschillende keuzemogelijkheden die zij hebben. Als je op dat moment als uitvoerder, adviseur en werkgever gezamenlijk optrekt is de succesfactor het grootst. Gezamenlijk is er zoveel meer kennis te delen.

Voor- en nadelen

De keuze die een werkgever maakt moet hem passen. Een verzekerde pensioenoplossing is volgens Van der Wal niet beter of slechter dan een pensioenregeling ondergebracht bij een pensioenfonds. “Of je nu kiest voor een pensioenfonds, verzekeraar of APF, elke keuze heeft zijn voor- en nadelen. Ook hier is het de adviseur die een belangrijke rol heeft in de uiteindelijke keuze. Hij kan die voor- en nadelen helder in kaart brengen voor de werkgever. Nu de roep om zekerheid steeds luider klinkt, wordt het aanbod van pensioenverzekeraars wel meer onderscheidend. Maar we moeten ook eerlijk zijn, garanties afgeven bij de huidige lage rentestand heeft ook een prijs. Zowel voor werkgever als deelnemer.”

Op dit moment is niet elke werkgever in staat om zelf een keuze voor een pensioenregeling te maken. Valt hij namelijk onder de verplichtstelling, dan zal de werkgever zich moeten aansluiten bij het bedrijfstakpensioenfonds. Een verplichting die wat Van der Wal betreft tegen het licht gehouden mag worden. “Wij pleiten al langer voor meer keuzevrijheid in uitvoeringsvormen voor werkgevers. De PPI en APF zijn daar mooie voorbeelden van.”

Pensioendiscussie

Van der Wal gaf al aan dat de roep om zekerheid steeds luider klinkt. Dat is niet alleen het gevolg van de brede pensioendiscussie die momenteel op initiatief van staatssecretaris Jetta Klijnsma wordt gevoerd. Het is ook de berichtgeving in de media die mensen onrustig maakt. Van der Wal: “Als je die berichten volgt, krijg je soms de indruk dat de pensioendiscussie alleen maar gaat over het korten van de pensioenen en de lage rentestand. Maar het startpunt van de hele pensioendiscussie is voortgekomen uit economische en maatschappelijke ontwikkelingen. De lage rente heeft zeker een grote impact, maar ook de veranderende arbeidsmarkt, een toenemende druk op de solidariteit, individualisering van de arbeidsmarkt en de vraag naar meer keuzevrijheid. Zaken die ook niet meer van tafel gaan en waar we dus met zijn allen iets mee moeten doen.”

“Het is ook de berichtgeving in de media die mensen onrustig maakt.”

Onderscheidend

Ook hier speelt het lage pensioenbewustzijn een belangrijke rol. Voor veel mensen is de hele pensioendiscussie een abstract gebeuren. Van der Wal noemt dat zorgelijk, zeker als het om het korten van pensioen gaat of het niet indexeren van pensioenregelingen. “Als mensen de discussie al volgen in de media, dan zal het voor een individu heel moeilijk zijn om te bevatten waar het precies over gaat, laat staan welke impact dat heeft op zijn eigen pensioen. De gevolgen van het niet indexeren zegt een jong iemand nu misschien weinig, maar later plukt hij er wel de wrange vruchten van. Je hoeft van mij echt niet iedere dag met je pensioen bezig te zijn, maar er zo af en toe een blik op werpen is heel zinvol voor later.”

Kortingsdiscussie uitvergroot

De hele kortingsdiscussie raakt enkel de pensioenfondsen. Maar daarvan is lang niet iedereen zich bewust, volgens Van der Wal. “Iemand die een verzekerde DB-regeling met een gegarandeerd pensioen heeft opgebouwd bij een verzekeraar, hoeft niet te vrezen voor een lager pensioen. Maar omdat het merendeel van de pensioenvermogens wordt beheerd door de pensioenfondsen is het logisch dat die kortingsdiscussie nu zo uitvergroot wordt. Het raakt grote groepen mensen. Toch wordt in deze discussies niet altijd (duidelijk) het onderscheid gemaakt tussen een pensioenfonds en een verzekerde regeling.”

Waarom grijpen de pensioenverzekeraars de discussie dan niet aan om het publiek te wijzen op de zekerheden van een verzekerde regeling? “Dat zou inderdaad een mogelijkheid zijn, dat doen we te weinig. Maar vergeet niet dat er ook een aantal verzekeraars zijn die, mede vanwege de lage rente en Solvency II, bewust afscheid hebben genomen van hun DB-portefeuille. Die zul je wat minder enthousiast dan wij horen pleiten voor zekerheid en garanties. De solvabiliteitspositie van NN is van dien aard dat we die zekerheden kunnen blijven aanbieden.”

“Wil je jongeren bereiken en online de ontwikkelingen volgen dan moet je mensen in dienst nemen die in die wereld zijn opgegroeid.”

Keuzes maken

Het individu heeft volgens Van der Wal behoefte aan inzicht in het totale financiële plaatje, waarin pensioen slechts een onderdeel is. In plaats van de drie pensioenpijlers: AOW (1e), via werkgever (2e) en aanvullende regelingen (3e), schetst NN bij het inkomen voor later ook een vierde en vijfde pijler: menselijk kapitaal (flexibel doorwerken na reguliere pensioendatum) en het eigen vermogen zoals spaartegoeden en de eigen woning. “Er is een behoefte aan vrijheid om keuzes te maken. Keuzes die beter aansluiten bij de persoonlijke situatie. Wij willen mensen helpen bij het veiligstellen van hun financiële toekomst en het maken van de juiste keuzes hiervoor. Neem bijvoorbeeld de keuze voor wel of niet doorbeleggen. Aan de ene kant is er de kans op een hogere pensioenuitkering, aan de andere kant is hier ook een risico aan verbonden. Kies je voor zekerheid of niet? Dat is een lastige keuze, die alleen gemaakt kan worden als je het totale financiële plaatje van iemand kent.”

Pensioenhulp

In de laatste jaren voor de pensioendatum heb je als deelnemer een heel andere behoefte dan in de opbouwfase. Voor iedereen die tien jaar of minder voor de pensioendatum zit heeft NN dit voorjaar de Pensioenhulp beschikbaar gesteld. Een online dienstverlening die de werknemer in kleine stapjes helpt met duidelijke en relevante informatie. “Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat je zelf, met je opgebouwde pensioenkapitaal, een pensioenuitkering moet aankopen en daarbij zelf kan bepalen bij welke aanbieder je dat doet. Dat hoeft niet dezelfde te zijn als degene waar de pensioenregeling loopt, dat moet je dan wel weten.” Dit najaar is een nieuwe campagne gelanceerd, ook weer vanuit een specifieke dienstverlening.

Meegroeien

Het pensioenbedrijf is net als de markt continu in beweging. De wijze waarop onze medewerkers nu communiceren, informeren en mensen actief aanzetten tot actie, zijn niet meer te vergelijken met het internetloze tijdperk. “Maar ook de leeftijdsopbouw van het pensioenbedrijf en de competenties die we binnenhalen zijn met de klantbehoefte meegegroeid. Wil je jongeren bereiken en online de ontwikkelingen volgen dan moet je mensen in dienst nemen die in die wereld zijn opgegroeid.

Dat geldt voor alle generaties die je wilt bereiken. Het mooie daarvan is dat we ook binnen NN veel van elkaar kunnen leren. Ik ben zelf 43, ik voel me nog niet oud. Maar kijk ik naar jongere collega’s, dan doen ze bepaalde dingen toch net even anders. Elke generatie heeft zo zijn eigen kenmerken. Die kenmerken moet je als bedrijf herkennen en gebruiken om je doelgroep te bereiken. Spreek de taal van de klant en je zult zien dat de klant zich meer met het bedrijf verbonden voelt. Wil je het pensioenbewustzijn onder jongeren vergroten, stuur dan een energieke jonge trainee die weet wat er onder die jongeren leeft, wat ze belangrijk vinden en hoe ze aangesproken willen worden.”

Dit artikel is gepubliceerd in de september editie van InFinance

Elke werkdag het belangrijkste financiële nieuws in uw mailbox? Meld u gratis aan voor InFinance Daily.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie InFinance

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website InFinance.nl en nieuwsbrief InFinance Daily.